Het betrekkelijk voornaamwoord
que = die, dat
- Laura tiene una hermana que se llama Carmen. = Laura heeft een zus die Carmen heet.
- Laura vive en un pueblo que está en España. = Laura woont in een dorp dat in Spanje ligt.
Het betrekkelijk voornaamwoord
donde = waar
- Laura vive en un pueblo donde hay una estación.
Laura woont in een dorp waar een station is.
In combinatie met een plaats wordt donde gebruikt.
verschil donde / dónde