6.2 Pruiken en problemen in de achttiende eeuw

Welkom!
Geschiedenis
H2
5 februari 2024
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Geschiedenis
H2
5 februari 2024

Slide 1 - Slide

Planning
  • Planning periode 3
  • Uitleg 6.2


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

6.2 Pruiken en problemen in de achttiende eeuw

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
De leerdoelen van deze les zijn:

  • Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.
  • Je kunt uitleggen waarom de bourgeoisie ontevreden is over de standenmaatschappij.
  • Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.

Slide 6 - Slide


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!

Slide 7 - Slide


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. (Ancien Regime).
  • Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...
  • ZIjn opvolgers Lodewijk XV & Lodewijk XVI die waren ook absoluut vorst 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Lodewijk XV
Lodewijk XVI

Slide 14 - Slide

Het hofleven van Versailles

Slide 15 - Slide

Belasting?
Non!

Slide 16 - Slide


Misoogst




  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de derde stand wél veel belasting betalen.

Slide 17 - Slide


Frankrijk gaat langzaam failliet



  • Het bestuur en leger functioneerden slecht.
  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, maar de Adel & geestelijkheid wilde geen belasting betalen 

Slide 18 - Slide

Kort pauzemoment
Vul je waterfles of ga naar de wc.
Geen telefoons!
timer
5:00

Slide 19 - Slide


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 20 - Slide

De eerste stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. 
  • De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 21 - Slide

De tweede stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 22 - Slide

De derde stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de eerste of tweede stand hoorde. Daarom waren er in de derde stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie (97% van de bevolking). Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
  • De derde stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 23 - Slide

  Ongelijkheid
  • Hoge belastingen voor de boeren (Hofstelsel met herendiensten bestaan nog steeds)
  • Ook bij slechte omstandigheden, moeten ze betalen -> boeren worden ontevreden
  • Ook in de steden onrustiger: armoede groot en slechte arbeidsomstandigheden.
  • Vooral de bourgeoisie (rijke burgers) spreekt zich hiertegen uit



Slide 24 - Slide

Ontevredenheid Bourgeoisie
  • Geen inspraak
De rijke burgers, als leden van de derde stand, geen enkele zeggenschap hadden in het bestuur. 

  • Ongelijke belastingverdeling
De bourgeoisie had geen inspraak in het bestuur, maar betaalde wel een groot deel van de belastingen.

Slide 25 - Slide

Ontevredenheid Bourgeoisie
    • Ongelijke rechtspraak
    Burgers en boeren kregen zwaardere straffen opgelegd voor overtredingen dan edelen en geestelijken.

    • Geen aandacht voor de handel
    De overheid deed geen moeite om de handel te bevorderen, tot grote ergernis van de kooplieden.

    Slide 26 - Slide

    Salon bijeenkomst verlichting denkers
    Denkers en filosofen uit de bourgeoisie, die hun ideeën over een nieuwe maatschappij met een nieuw bestuur niet voor zich wilden houden, stonden op.

    Het begin van de verlichting.

    Slide 27 - Slide

    Leerdoelen
    De leerdoelen van deze les zijn:

    • Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.
    • Je kunt uitleggen waarom de bourgeoisie ontevreden is over de standenmaatschappij.
    • Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.

    Slide 28 - Slide

    Huiswerk
    Maak opdrachten 1 t/m 8 van 6.2

    Slide 29 - Slide