dictee opdracht 6 blok 4 klas 3H

dictee
ONO
klas 3H
opdr. 6 blz. 165
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

dictee
ONO
klas 3H
opdr. 6 blz. 165

Slide 1 - Slide

1 Na de -------- kwam de wielrenner binnen met een ------ aan zijn neus.
A
nek aan nek race snotte bel
B
nek-aan-nek-race snottenbel
C
nek-aan-nekrace snottebel

Slide 2 - Quiz

De ----- raadt mijn vader aan om voortaan geen room meer toe te voegen aan de ------.
A
dietist rode wijn saus
B
diëtist rodewijnsaus
C
diëtist rodewijn saus

Slide 3 - Quiz

In de uitzending mocht de ----- twee -------voorlezen.
A
boekenweekgeschenkauteur alinea’s
B
boekenweek geschenk auteur alinia's
C
boekenweekgeschenk auteur alineaas
D
boekenweekgeschenk-auteur aliniaas

Slide 4 - Quiz

De ------- vertelden dat ze langs de zijn ------gelopen.
A
imigranten Rode zeekust
B
immigranten Rode Zeekust
C
immigranten Rode Zee kust

Slide 5 - Quiz

Marco vond zichzelf een echte ----- en ging in de ----- zitten mokken.
A
zielenpiet serre
B
zielepiet sêrre
C
zielenpiet sêre

Slide 6 - Quiz

De ------tweelingen droegen ----- altijd dezelfde kleding.
A
een-eiïge alledrie
B
eenei-ige alle drie
C
eeneiige alle drie

Slide 7 - Quiz

Met deze ------ krijg je korting op dat
------ boek.
A
cheqeu facinerende
B
cheque fascinerende
C
chêque fassinerende

Slide 8 - Quiz

De oude apothekerskast ----- nog in --------- staat.
A
verkeerdt outhentieke
B
verkeert authentieke
C
verkeerd autenthieke

Slide 9 - Quiz

Het komende -------- zal de ---------- van de nieuwe maatregelen blijken.

Slide 10 - Open question

Het komende -------- zal de ---------- van de nieuwe maatregelen blijken.

Slide 11 - Open question

---------- grootste circusact staat bekend om het betere ---------

Slide 12 - Open question

'Werelds grootste circusact staat bekend om het betere ---------

Slide 13 - Open question

het ging in dit dictee om:
spelling werkwoordsvormen
los en aaneenschrijven 
tussenletters in samenstellingen 
weetwoorden 

Slide 14 - Slide