4.4 Vergelijkingen oplossen

Maak 48
vierkant: 42, 43, 44, 45 + nakijken

cirkel: 43, 44, 45 46 + nakijken
ster: 44, 45, 46, 47 + nakijken

timer
5:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Maak 48
vierkant: 42, 43, 44, 45 + nakijken

cirkel: 43, 44, 45 46 + nakijken
ster: 44, 45, 46, 47 + nakijken

timer
5:00

Slide 1 - Slide

lesdoel
kennen: 3 manieren om vergelijkingen op te lossen:
  • Oplossen met grafieken
  • Oplossen met de balansmethode
  • Oplossen met inklemmen

Slide 2 - Slide

Succescriteria bij grafieken
  • Een tabellen maken bij de formules
  • Grafieken tekenen bij de tabellen
  • Snijpunten aflezen
  • Coördinaat omzetten naar de vraag. 

Slide 3 - Slide

Succescriteria bij balansmethode
  • vergelijking maken van twee formules
  • rekenen met letters
  • Het stappenplan doorlopen:
  1.  Rechts variabele wegwerken
  2. Links los getal wegwerken
  3. Delen door getal voor variabele
  • conclusie trekken

Slide 4 - Slide

Succescriteria bij inklemmen
  • vergelijking maken, waar ben je naar op zoek?
  • bovengrens geven
  • ondergrens geven
  • conclusie

Slide 5 - Slide

Vergelijkingen oplossen
  • Voorbeelden van vergelijkingen zijn:
  • 2x + 6 = 4      3 + 6x = 10 - x
  • 0,5x = 3 - 25x
  • x2 + 6x = -5
  • Ook 45 = 13  + 4 x tijd (uren) is een vergelijking.
  • Bij een vergelijking kun je een oplossing vinden
  • Die oplossing is een getal

Slide 6 - Slide

Vergelijkingen oplossen
  • Voor het oplossen van vergelijkingen ken je drie manieren:
  • 1. oplossen met grafieken
  • 2. oplossen met de balansmethode
  • 3. oplossen met inklemmen

Slide 7 - Slide

Vergelijkingen oplossen 1.
  • Vergelijkingen oplossen met grafieken doe je alleen als de grafiek al getekend is.
  • Je kunt dan uit de grafiek het gevraagde punt of snijpunt aflezen.
  • De horizontale coördinaat is de oplossing van de vergelijking.
  • Als er staat bereken, dan mag je niet aflezen.

Slide 8 - Slide

Vergelijkingen oplossen 2.
  • Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken als je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken. 

Slide 9 - Slide

Vergelijkingen oplossen 3.
  • Vergelijkingen oplossen met inklemmen doe je 
  • als het oplossen met grafieken te onnauwkeurig is
  • als je een vergelijking hebt waarbij de balansmethode niet werkt,
  • bijvoorbeeld een vergelijking met machten of met een deelstreep.

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Koeriersbedrijf De Kerrijer berekent de bezorgkosten met de formule B = 27,95 + 1,51g. Hierin is B de bezorgkosten in euro's en g het gewicht in kilogrammen.
a. Teken de grafiek
b. Hoeveel weegt een pakje waarvoor 
je €40 bezorgkosten betaalt?

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
De firma's Quick en de Kerrijer bezorgen pakjes. Zij berekenen de bezorgkosten met  formules. Quick bezorgkosten (€) = 2,75 x gewicht (kg). De Kerrijer bezorgkosten (€) = 27,95 + 1,51 x gewicht (kg)
a. Bij welk gewicht zijn de bezorgkosten gelijk? Rond af op twee decimalen.
b. Hoeveel zijn de bezorgkosten dan?

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Hiernaast zie je de grafiek van hoogte = a2  - 6a + 8 en 
hoogte = 4.
Hierin is a de horizontale afstand in meters en de hoogte in meters.
Bereken de coördinaten van het snijpunt P. Rond af op één decimaal.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan het werk...
vierkant: 49, 50, 51, 52, 53, 54 + nakijken
cirkel: 51, 52, 53, 54, 55 + nakijken
ster: 52, 53, 54, 55, 57, 58 + nakijken

Slide 16 - Slide

Huiswerk
vierkant: 49, 50, 51, 52, 53, 54 + nakijken
cirkel: 51, 52, 53, 54, 55 + nakijken
ster: 52, 53, 54, 55, 57, 58 + nakijken
29 november SE H1
6 december SE H4
20 december SE H5
SEweek2 H1, H4 en H5

Slide 17 - Slide