De menstruatiecyclus

1 / 51
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke hygiënische producten ken jij?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het formaat van een tampon hangt af van:
A
De grootte van de vagina
B
De mate van het bloedverlies
C
De activiteit die je doet.
D
Ander

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Tampons
Voordelen
Nadelen
Makkelijk mee te nemen
onzichtbaar
Sporten
Je kan ermee douchen.
Plakkerig gevoel
Herbruikbaar
Moeilijk in te doen
Makkelijk te gebruiken
Kan geur afgeven
Kan het vergeten
Weten wanneer vervangen
Lekkage

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Kan je met een tampon naar het toilet gaan?
Ja
Nee
Ik heb echt geen idee!

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Maandverband
Voordelen
Nadelen
Makkelijk mee te nemen
onzichtbaar
Sporten
Je kan ermee douchen.
Plakkerig gevoel
Herbruikbaar
Moeilijk in te doen
Makkelijk te gebruiken
Kan geur afgeven
Kan het vergeten
Weten wanneer vervangen
Goedkoop
Lekkage

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat is beter? Een maandverband of een inlegkruisje?
Maandverband
Inlegkruisjes
Beide even goed
Beide even slecht

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Menstruatiecup
Voordelen
Nadelen
Makkelijk mee te nemen
onzichtbaar
Bloed
Je kan ermee douchen.
Schoonmaken
Herbruikbaar
Moeilijk in te doen
Makkelijk te gebruiken
Goed voor het milieu
Kan het vergeten
Je weet niet wanneer hij vol zit
Geurloos
Lekkage
Zwemmen

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Waar vindt de bevruchting van de eicel plaats?
A
Uterus
B
Vagina
C
Ovaries
D
Fallopian tube

Slide 36 - Quiz

Welk orgaan speelt geen rol tijdens de menstruatiecyclus
A
Ovaries
B
Urethra
C
Uterus
D
Fallopian tube

Slide 37 - Quiz

Wat is een veel voorkomende menstruatieklacht?
A
Tintelende vingers
B
Koorts
C
Ademnood
D
Lage rugpijn

Slide 38 - Quiz

Wanneer ben je vruchtbaar?
A
Vlak voor je regels
B
Tijdens je regels
C
Ongeveer één week na je regels
D
Je bent altijd even vruchtbaar.

Slide 39 - Quiz

Waar vindt de rijping van een eicel door een follikel plaats?
A
Uterus
B
Cervix
C
Ovaries
D
Fallopian tube

Slide 40 - Quiz

Wat gebeurt er met de eicel als deze niet bevrucht wordt?
A
Dan heeft deze de volgende maand een nieuwe kans op bevruchting.
B
Blijft in de baarmoeder zitten
C
Uitscheiden tijdens de menstruatie
D
Lost vanzelf op

Slide 41 - Quiz

De menstruele cyclus is:
A
Eisprong + aandikken baarmoederslijmvlies
B
Eicelrijping + Eisprong
C
Aandikken baarmoederslijmvlies + Menstruatie
D
Eicelrijping + menstruatie

Slide 42 - Quiz

Bekijk de menstruatiekalender van Alexia. Beantwoord de volgende vragen.

Slide 43 - Slide

Wat kan ze gebruiken om te zwemmen op 22/10?

Slide 44 - Open question

een tampon, een menstruatiecup

Slide 45 - Slide

Wanneer was haar eisprong in de maand oktober?

Slide 46 - Open question

6 oktober

Slide 47 - Slide

Wanneer start haar menstruatie in december na een cyclus van 28 dagen?

Slide 48 - Open question

18 december

Slide 49 - Slide

Wanneer was haar vruchtbare periode in december als haar cyclus regelmatig is?

Slide 50 - Open question

30 november tot 5 december
(Eisprong = 3 december)

Slide 51 - Slide