Studyflow L1 Hoofdletters en punten

Welkom!

Ga direct naar je eigen plek, pak je spullen en ga stil lezen:

  • leesboek
  • laptop/chromebook  (dicht!) 
timer
6:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Ga direct naar je eigen plek, pak je spullen en ga stil lezen:

  • leesboek
  • laptop/chromebook  (dicht!) 
timer
6:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • opening/welkom
  • stil lezen
  • theorie - aantekening
  • nakijken
  • maken
  • evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Ik weet waar ik hoofdletters moet gebruiken in een zin. 

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 4 - Open question

Hoofdletters

Je schrijft hoofdletters aan het begin van een zin, maar ook bij:

- namen van personen: Laura, mevrouw Van Gaal, meneer Jansen

- organisaties, merken en producten: Philips, Nike, Nintendo Wii

- aardrijkskundige namen, volken, talen: Maastricht, Duitsers, Spaans

- straatnamen: Dorpsstraat, Hoofdstraat

- historische gebeurtenissen en officiële feestdagen: Tweede Wereldoorlog, Nieuwjaar

- namen van films, boeken en liedjes: Titanic, De aanslag, Geef mij je angst


Slide 5 - Slide

Geen hoofdletters

Je schrijft in het Nederlands geen hoofdletter bij de namen van:


  • de dagen van de week: maandag, dinsdag
  • de maanden: januari, juli
  • de jaargetijden: herfst, lente
  • munteenheden: euro, kroon, dollar
  • de windstreken: noorden, zuidwesten

Slide 6 - Slide

Wanneer gebruik je een punt?

Slide 7 - Open question

Punten.

Als je een mededelende zin schrijft, zet je altijd een punt achter de zin.


Mijn broer is vandaag te voet naar school gegaan.
De trein naar Schiphol vertrekt over een kwartier.

Slide 8 - Slide

Vraagtekens?

Als je een vragende zin schrijft, zet je een vraagteken achter de zin.


Ga je vanmiddag mee naar oma?
Wanneer begint de les?

Slide 9 - Slide

Uitroeptekens!

Als je verbaasd of boos bent, dan zet je een uitroepteken achter de zin. De zin heet dan een uitroepende zin.

Je zet ook een uitroepteken achter de zin als je iemand een bevel geeft.

Nee, dat wil ik niet!
Stop nou toch eens met dat gepest!

Slide 10 - Slide

Een uitroepende zin eindigt met een punt
A
Juist
B
Niet juist

Slide 11 - Quiz

Een mededelende zin eindigt op een punt
A
Juist
B
Niet juist

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken Studyflow L1.1 
Klaar? Studyflow L1.2
Ga direct aan de slag en blijf aan het werk.
Klaar? 
* Stil lezen: boek of site  www.sevendays.nl




















































Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.


Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent
.







timer
20:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk

Datum:   

Maken:


Leren: 



Slide 14 - Slide

Tip/top voor deze les

Slide 15 - Open question

Evaluatie

1. Wat heb je deze les geleerd?

2. Wat ging deze les goed?

3. Wat kan beter?

Slide 16 - Slide