Lees paragraaf 1 in je boekje (pagina 12) en maak bijbehorende opdrachten in je schrift:
1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en noteer de uitleg erbij:
vrijheid van godsdienst / orthodox / liberaal / niet-praktiserend
2. Waarom kunnen we niet spreken van ‘dé islam’ of ‘álle moslims’?
3. Voor veel jongeren die moslim zijn, is het leven en opgroeien in een land als Nederland lastig. Leg uit waarom zij dit als lastig kunnen ervaren.