wk 6: spelling: bezitsvorm / herhaling verkleinwoorden en ww-spelling

Les 1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 1

Slide 1 - Slide

Terugblik
Spelling:
  • Je kent de regels achter het verkleinwoord
  • Je hebt in de vorige les geoefend met de regels van de bezitsvorm en kent al enkele regels.

Slide 2 - Slide

Spelling
  • We oefenen met en herhalen de regels van het verkleinwoord
  • We herhalen en oefenen met de regels van de bezitsvorm.
  • We oefenen met de werkwoordspelling en de tussenletter in samenstellingen.

Slide 3 - Slide

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Wies) verhaal

Slide 4 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Anne) USB-stick

Slide 5 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Rutte) kabinet

Slide 6 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Pelle) bagagedrager

Slide 7 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Den Bosch) marktplein

Slide 8 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Leah) pony

Slide 9 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Carré) garderobe

Slide 10 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Davy) tip

Slide 11 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Kaj) terriër

Slide 12 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Esmée) appel

Slide 13 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(chocola) positieve effect

Slide 14 - Open question

Vul de goede bezitsvorm in:
.....(Maurice) gitaar

Slide 15 - Open question

Extra uitleg + opdrachten maken
Verkleinwoord

In break-out  room 1 worden deze regels kort herhaald
Opdrachten:
          
         blz. 294 opdr 1 maken.

         spelling - blok 4 t/m 6 - oefentoetsen - oefentoets 1

Slide 16 - Slide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

Oefentoets 1 is gemaakt. Een foto van je schrift staat in Google classroom.


Slide 17 - Slide

Les 2

Slide 18 - Slide

Terugblik
Spelling:
  • Je hebt geoefend met de regels achter de bezitsvorm en het verkleinwoordje.
  • Je hebt een oefentoets gemaakt en merkt welke stof je op dit moment lastig vindt.

Slide 19 - Slide

Spelling
  • Aan de hand van de gemaakte oefentoets stel je vast met welke onderdelen je nog extra zelf moet oefenen. 

Slide 20 - Slide

Oefentoets 1 nakijken
Je kijkt zelf je eigen toets na en stelt vragen over onderdelen die lastig gingen.

Slide 21 - Slide

Schrijven
  1. Je kunt het schrijven van een informerende tekst voorbereiden
  2. Je kunt het onderwerp en de deelonderwerpen voor je tekst bepalen.

Slide 22 - Slide

Je onderwerp is: voetbal. Over welke deelonderwerpen kun je iets gaan vertellen?

Slide 23 - Mind map

Over welk onderwerp wil jij gaan schrijven?

Slide 24 - Mind map

Informerende tekst
Doel: informeren
Kenmerken: objectief, controleerbaar, geen mening
Publiek: leeftijdsgenoten
aantal woorden: minimaal 400

Slide 25 - Slide

Opdracht in tweetallen
  • Bepaal samen een onderwerp voor je informerende tekst
  • Zet een schrijfplan in elkaar (zie vorige dia)
  • Maak afspraken wie welk deelonderwerp uitwerkt
  • Werk in een document waarin beiden kunnen bewerken

Slide 26 - Slide

Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:

Het schrijfplan voor je informerende tekst is af.






Slide 27 - Slide