Signaalwoorden

Leren voor de toets:
Blz. 96/97/98 (bovenste stukje)
+ Blz. 70 Aufg. 21 (Exa. vragen)

10 minuten: Leren, schrijven, doen, maken.......
1 / 10
next
Slide 1: Slide
duitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leren voor de toets:
Blz. 96/97/98 (bovenste stukje)
+ Blz. 70 Aufg. 21 (Exa. vragen)

10 minuten: Leren, schrijven, doen, maken.......

Slide 1 - Slide

Schrijf drie Duitse signaalwoorden op

Slide 2 - Mind map

also
damit
darum
auch
sondern
Betekenissen van signaalwoorden
ook
maar
zodat
daarom
dus

Slide 3 - Drag question

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?


A aber
B denn
C oder
D und 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?


A aber
B denn
C oder
D und 

Slide 5 - Slide

Opsomming
Tegenstelling
Reden / oorzaak
Conclusie
außerdem - bovendien
dann - dann
zuerst - ten eerste
trotz - ondanks
weil - omdat
denn- want
deshalb - daarom

Slide 6 - Drag question

Vertaal:
Was ist der Kern des 4. Absatzes?

Slide 7 - Open question

Vertaal:
Was macht der 3. Absatz deutlich?

Slide 8 - Open question

Vertaal
Was kann man aus dem letzten Zeile schließen?

Slide 9 - Open question

Vertaal:
Was wird damit gemeint?

Slide 10 - Open question