Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst.
Bijvoorbeeld:
Saskia geniet van de warme zomerdagen. Ze gaat lekker zwemmen en eet heerlijke ijsjes.
Er zijn heel veel verwijswoorden. Een aantal voorbeelden:
Ik, jij, u, hij, zij, het, wij, jullie, zij, me, mij, jou, hem, haar, ons, hen, hun, mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons
deze, die, dit, dat, wie, wat
toen, daar, hierHet woord ‘Ze’ is een verwijswoord, want het verwijst naar Saskia. Het is dezelfde persoon.