(1K2 & 1K1) Thema 1 Herhaling organismen en levenskenmerken & tekeningen maken

Welkom bij Natuur & Zorg (NZ)
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Natuur & Zorg (NZ)

Slide 1 - Slide

Planning voor vandaag
- Hoofdstuk 2: Quiz: de bouw van organismen
- Hoofdstuk 3: Tekeningen maken
- Aan de slag met tekeningen maken
- Hoofdstuk 4: Tabellen & grafieken
- Einde van de les en Plenda invullen



Slide 2 - Slide

Pak je laptop erbij
Ga naar www.lessonup.com

Voer de code in:

Daarna kom je in de les terecht.

Slide 3 - Slide

Natuur & Zorg = Biologie & Verzorging & Natuurkunde






Meneer Muit - MUI


Slide 4 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les ?

Slide 5 - Mind map

Leerdoelen voor deze les
- Je kunt uitleggen wat een organisme is;
- Je kunt uitleggen wat levend, dood en levenloos inhoudt;
- Je kunt de 7 levenskenmerken noemen. 

Slide 6 - Slide

Organisme
=
een levend wezen


Slide 7 - Slide

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Slide 8 - Drag question

Stel je hebt een operatie waarbij je een donorhart krijgt. Dit hart is ...
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Geen idee

Slide 9 - Quiz

Je ziet een katoenen t-shirt.
Het shirt is
A
een organisme
B
geen organisme

Slide 10 - Quiz


Deze plant is een organisme
A
ja want het heeft levensverschijnselen vertoond
B
nee want het vertoont geen levensverschijnselen

Slide 11 - Quiz

Welk levensverschijnsel heeft te maken met het afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
Bewegen
B
Groeien
C
Uitscheiden
D
Waarnemen

Slide 12 - Quiz

Welk levensverschijnsel heeft te maken met het verschijnsel dat veel dieren meerdere keren per jaar jongen kunnen krijgen?
A
groeien
B
bewegen
C
ademhalen
D
voortplanten

Slide 13 - Quiz

1. Biologie is de leer van het leven
2. Zorg: Aandacht hebben voor de gezondheid en dat je er wat aan doet

A
1 waar 2 Nietwaar
B
1 Nietwaar 2 waar
C
1 waar 2 waar

Slide 14 - Quiz

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 15 - Quiz


Horen, zien, ruiken en voelen horen bij het levensverschijnsel......
A
ademhalen
B
waarnemen
C
de huid, de ogen, de neus, de oren
D
groeien

Slide 16 - Quiz

Pak je laptop erbij
Hoofdstuk 2: De bouw van organismen

Maken: opdrachten

Klaar? Verder met tekeningen maken

Slide 17 - Slide

Thema 1 Kennismaken met biologie & verzorging
 Paragraaf 1.3: tekeningen maken
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Wld

Slide 18 - Slide

Leerdoel

1.  Je weet wat een natuurgetrouwe- en een schematische tekening is

2.  Je weet goed te kijken naar kenmerken van organismen

3.  Je kunt tekenen: natuurgetrouw en schematisch

4.  Je weet wat een buitenaanzicht is

5. Je weet wat een lengte- en dwarsdoorsnede is




Slide 19 - Slide

Waarvan maak je bij NZ tekeningen?

Slide 20 - Mind map

Tekenen
Bij biologie en Natuur en Zorg wordt vaak getekend. Om dat te doen moet je kijken
naar de kenmerken van een organisme. 

Soms ga je een natuurgetrouwe tekening maken. Dan teken je alles heel nauwkeurig.

Als je een schematische tekening maakt, teken je alleen de belangrijkste kenmerken.
Wat voor tekening is dit?
natuurgetrouwe tekening
Wat voor tekening is dit?
schematische tekening
Waarnemen:
Je kunt met 'het blote oog' kijken.

Door een loep te gebruiken zie je iets ongeveer 10x vergroot.
Als je een cel wilt bestuderen gebruik je een microscoop (vergroot 40, 100, 400 x)
Foto

Slide 21 - Slide

Volgende week
- Verder  met hoofdstuk 3 & 4: Tabellen en grafieken

- Vergeet je laptop niet!


- Plenda: Hoofdstuk 1.2 opdrachten afgerond. 

Slide 22 - Slide

Buitenaanzicht
Lengtedoorsnede Dwarsdoorsnede
Buitenaanzicht: Je tekent wat je van de buitenkant van het organisme ziet.

Lengtedoorsnede: 
Je ziet een stuk van de binnenkant. 
Je snijdt het organisme in de lengte door.

Dwarsdoorsnede: 
Je ziet je een stuk van de binnenkant.
Je snijdt het organisme dwars door.
Welk soort tekening kun je hiervan maken?
Hiervan kun je een tekening maken van het buitenaanzicht.
Welke doorsnede is dit?
Lengtedoorsnede
Welke doorsnede is dit?
Dwarsdoorsnede
Als je gaat tekenen, ziet de tekening van de dwarsdoorsnede er heel anders uit dan die van de lengtedoorsnede.
Als je een lengtedoorsnede 
of dwarsdoorsnede maakt, 
'snij je door het midden'!

Slide 23 - Slide

Lengtedoorsnede óf dwarsdoorsnede?  
Lengtedoorsnede: Je snijdt iets door de lengte door (wat het langst is).
Dwarsdoorsnede: Snij door...  meestal is dat 'de kortste weg'

Slide 24 - Slide

dwarsdoorsnede
lengtedoorsnede
Practica B1: Een appel tekenen 

Slide 25 - Slide

Natuurgetrouwe tekening:

Alle delen zijn nauwkeurig mogelijk weergegeven (getekend).
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 26 - Quiz

Tekenregels

Schematische tekening

Slide 27 - Slide

Meer tekeningen maken?
Vind je het leuk om tekeningen te maken?

Maak 2 schematische tekeningen
- een dwars doorsnede
- een lengte doorsnede

Overleg met de docent wát je wilt gaan tekenen.
Laat het eindresultaat zien aan de docent.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide


Je snijdt door het midden, door het langste deel.
Je tekent alleen de delen die door ‘het mes’ geraakt zijn.
A
Lengtedoorsnede
B
Dwarsdoorsnede

Slide 32 - Quiz

Buitenaanzicht
A
Zoals het organime er aan de binnenkant uitziet
B
Zoals het organisme er van buitenaf uitziet.

Slide 33 - Quiz

Tekenregels

Schematische tekening

Slide 34 - Slide

Maak opdracht 16 in je werkboek

Je maakt 3 tekeningen van de appel:


* een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht
* een schematische tekening van de lengtedoorsnede
* een schematische tekening van de dwarsdoorsnede

Slide 35 - Slide

* Je gaat de binnenkant van een bruine boon nauwkeurig bekijken
* Je werkt met een loep (vergroting 10 x)

Zie werkboek!

18.  Je maakt een natuurgetrauwe tekening van het buitenaanzicht 
       van de bruine boon.

       Je tekent de boon ongeveer 2x zo groot dan hij in werkelijkheid is.

       Je geeft de volgende delen aan: hartvormig bultje, navel, poortje, zaadhuid 

Maak opdracht 18 in je werkboek

Slide 36 - Slide

* Je gaat de binnenkant van een bruine boon nauwkeurig bekijken
* Je werkt met een loep (vergroting 10 x)

Zie werkboek!


19.  Haal heel voorzichtig de zaadhuid eraf. De zaadhuid is het dunne vliesje.
      Je maakt een schematische tekening van de bruine boon zonder zaadhuid. 
      De boon is nog heel, de twee helften zitten nog aan elkaar.

       Geef de volgende delen aan: het worteltje en de zaadlob.


Maak opdracht 19 in je werkboek

Slide 37 - Slide


* Je gaat de binnenkant van een bruine boon nauwkeurig bekijken
* Je werkt met een loep (vergroting 10 x)

Zie werkboek!


19.  Je maakt een schematische tekening van de zaadlob met de kiem. 
        De boon bestaat uit 2 delen. Haal deze voorzichtig van elkaar.

       Geef de volgende delen aan: blaadje, stengeltje, worteltje, zaadlob.
Maak opdracht 19 in je werkboek

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Pak je laptop erbij
Hoofdstuk 1: Wat is biologie en verzorging

Maken: opdracht 3 t/m 7

Klaar? Lees hoofdstuk 2 van je handboek alvast door.

Slide 40 - Slide

Volgende week
- Verder  met hoofdstuk 2: de bouw van organismen

- Vergeet je laptop niet!


- Plenda: Hoofdstuk 1 opdracht 1 t/m 6 is afgerond. 

Slide 41 - Slide