Feit, mening, argument

Feit - Mening - Argument
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Feit - Mening - Argument

Slide 1 - Slide

Doel van de les
  • Je weet wat een feit is.
  • Je weet wat een mening is.
  • Je weet wat een argument is.
  • Je kunt feiten gebruiken in een nieuwsartikel

Slide 2 - Slide

FEITEN EN MENINGEN

Aan welke woorden herken je een mening? 

Hoe herken je een feit?


 

Slide 3 - Slide

Feit/mening
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening

Slide 4 - Slide

EEN FEIT

Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.

Slide 5 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 6 - Slide

EEN MENING

Wat je vindt 
Je gedachten over iets

Slide 7 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 8 - Slide

EEN ARGUMENT

Een bewijs
Waarom je het doet of vindt

Slide 9 - Slide

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 10 - Quiz

De smartphone is onmisbaar, want heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

De les is bijna voorbij.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz