Cursus 2.2 Economische ontwikkeling (2)

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Introductie                             (5 min)

  • Theorie                                      (10 min)
  1. Groothandel
  2. - Detailhandel
  3. - Invoerwaarde
  4. - Uitvoerwaarde


  • Opdracht leerwerkboek     (25 min)
  • Afsluiten Quiz                          (10 min)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Het verschil tussen planeconomie en vrijmarkteconomie herkennen en uitleggen.
  2. Uitleggen wat kapitalisme is en tot welke economie deze behoort. 





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel

    Begrippen:
    - Multinational
    - Transport
    - Continuïteit
    - Logistiek
    - Export/Import
    - Uitvoerwaarde/Invoerwaarde
    - Detailhandel
    Cursus 2.2 Economische ontwikkelingen

    Begrippen:
    - Bruto nationaal product (bnp)
    - Handelsbalans
    - Planeconomie
    - Vrijemarkteconomie
    - Kapitalisme
    - Delftstoffen

    Slide 4 - Slide

    This item has no instructions

    Kapitalisme
    Economisch systeem.
    Winst maken.

    Bedrijven vrij gelaten om winst te maken.

    Geen bemoeienis van de overheid.


    Slide 5 - Slide

    This item has no instructions

    Planeconomie

    Slide 6 - Slide

    This item has no instructions

    • Mao Zedong (1893-1976) 
    • Communistisch dictator van China.

    • Voerde een planeconomie in China.

    Slide 7 - Slide

    Centraal geleide economieën komt men voornamelijk tegen in het communistische staatssysteem, maar in sommige kapitalistische staten bepaalt de staat ook gedeeltelijk wat de prijs van bepaalde producten is (gemengde economie).

    Het communisme is een sociale, politieke en economische ideologie gericht op de verwezenlijking van een klasseloze en socialistische samenleving, gebaseerd op gemeenschappelijke eigendom van de productiemiddelen en met openbare instellingen, waarbij iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte (zoals verwoord door Karl Marx in zijn Kritiek op het program van Gotha). Het woord communisme stamt af van het Latijnse communis, dat gemeenschappelijk en universeel betekent.
    Planeconomie
    • Planeconomie: voor 5 jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden .
    • Regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd moet worden.
    • Economisch gezien rampzalig, altijd tekorten.

    Slide 8 - Slide

    This item has no instructions

    Vrijemarkteconomie

    Slide 9 - Slide

    This item has no instructions

    Vrije markteconomie
    - Wet van vraag en aanbod


    - Zoveel mogelijk winst maken
    - Kapitalisme

    Slide 10 - Slide

    This item has no instructions

    Communisme vs. Kapitalisme
    Economie
    1.  Vrije markt (Kapitalisme)
    2. Fabrieken bepalen wat ze produceren.
    3. Verschil tussen arm en rijk.
    1. Planeconomie (Communisme)
    2. Regering bepaalde de inkomsten.

    Slide 11 - Slide

    This item has no instructions

    Nu maken:
    Basis/Kader:
    Blz. 53
    Opdracht 6, 9, 11 en 12

    Kader/TL:
    Blz. 59 
    Opdracht 9 t/m 17


    timer
    19:00

    Slide 12 - Slide

    This item has no instructions

    Wat is kapitalisme?
    A
    Een economisch systeem waarbij het streven naar zoveel mogelijk winst centraal staat.
    B
    Een economisch systeem waarbij het streven naar gelijkheid centraal staat.
    C
    Het streven naar zoveel mogelijk macht.
    D
    Het streven naar zoveel mogelijk kolonies.

    Slide 13 - Quiz

    This item has no instructions

    Communisme
    Kapitalisme

    Slide 14 - Drag question

    This item has no instructions

    Een planeconomie betekent ...
    A
    Een meerjarenplan van de overheid om goederen te produceren.
    B
    Een eindejaarsuitkering volgens de plan-CAO.
    C
    Een plan om de economie te laten draaien op vraag en aanbod.
    D
    Alle antwoorden zijn JUIST

    Slide 15 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is een planeconomie?
    A
    Mensen maken hun eigen plannen voor hun bedrijven.
    B
    De overheid vertelt wat bedrijven moeten produceren en hoeveel.
    C
    Een economie waarin de overheid advies geeft over de productie.
    D
    Een economie waarin jij je eigen vakanties kan inplannen.

    Slide 16 - Quiz

    This item has no instructions

    Welk antwoord hoort NIET bij de planeconomie?
    A
    Fabrieken zijn in handen van de overheid.
    B
    Economie wordt geleid door de overheid.
    C
    Van sommige producten is te veel, van anderen veel te weinig.
    D
    Bedrijven bepalen zelf wat en hoeveel zij verkopen.

    Slide 17 - Quiz

    This item has no instructions

    Planeconomie
    A
    Overheid regelt niets.
    B
    Overheid regelt een beetje.
    C
    Overheid regelt bijna alles.
    D
    Alle antwoorden zijn ONJUIST.

    Slide 18 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is een vrijemarkteconomie?
    A
    Bedrijven produceren producten waar vraag naar is.
    B
    Een economie waarin alleen de overheid bedrijven kan opzetten.
    C
    Een economie waarin de overheid bepaalt wat en hoeveel je mag maken.
    D
    Alle antwoorden zijn ONJUIST.

    Slide 19 - Quiz

    This item has no instructions

    Het begrip 'vrijemarkteconomie' (vrijheid om een eigen bedrijf te starten) hoort bij.
    A
    Kapitalisme
    B
    Communisme
    C
    Beide ideologieën

    Slide 20 - Quiz

    This item has no instructions

    Vrijemarkteconomie...
    A
    Bedrijven maken producten die in een 5 jarig plan zijn vastgesteld.
    B
    Bedrijven maken producten waar vraag naar is.
    C
    Overheid regelt alles.
    D
    Communisme.

    Slide 21 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat hoort er niet bij?
    A
    Communisme
    B
    Vrijheid
    C
    Vrijemarkteconomie
    D
    Kapitalisme

    Slide 22 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is het kapitalisme?
    A
    Het streven naar zoveel mogelijk winst.
    B
    Het streven naar zoveel mogelijk kolonies.
    C
    Het streven naar zoveel mogelijk macht.
    D
    Alle antwoorden zijn ONJUIST.

    Slide 23 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is het belangrijkste in het kapitalisme?
    A
    Gelijkheid
    B
    Vrijheid

    Slide 24 - Quiz

    This item has no instructions

    Wat is kapitalisme?
    A
    Een economisch systeem waarbij het streven naar zoveel mogelijk winst centraal staat.
    B
    Een economisch systeem waarbij het streven naar gelijkheid centraal staat.

    Slide 25 - Quiz

    This item has no instructions

    De regering beslist wat bedrijven maken en voor welke prijs verkocht wordt. Dit is een...
    A
    Vrijemarkteconomie
    B
    Planeconomie

    Slide 26 - Quiz

    This item has no instructions

    Je bent vrij om zelf te bepalen wat en hoeveel je verkoopt. Dit is een...
    A
    Vrijemarkteconomie
    B
    Planeconomie

    Slide 27 - Quiz

    This item has no instructions

    Leerdoelen
    Aan het einde van de les kan de leerling...
    1. Het verschil tussen planeconomie en vrijmarkteconomie herkennen en uitleggen.
    2. Uitleggen wat kapitalisme is en tot welke economie deze behoort. 





    Slide 28 - Slide

    This item has no instructions