Cours du 26 février

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Parler et grammaire

Cours du 26 février

Le dernier cours

☆ Herhaling passé composé

☆ E, Regarder

☆ Zelfstandig werken

➡️ Woordjes A, B en E weer leren

➡️ F, Lire

➡️ Voorbereiden van de tâche

Les devoirs

☆ Paragraaf A t/m F

☆ Vocabulaire A, B, E en F leren

☆ De phrases-clés van C en G leren (page 126)

Ce cours

☆ Le dernier cours + les devoirs

☆ Le check in: mededelingen

☆ De phrases-clés & vocabulaire leren

☆ G, Phrases-clés et parler

☆ Uitleg H, Grammaire et écrire

☆ Zelfstandig werken

➡️ Paragraaf A t/m F afmaken

➡️ Voorbereiden van de tâche

☆ Billet de sortie 🎟

☆ Le prochain cours et les devoirs

Wat je aan het einde van de les kunt/weet

☆ Je kunt je mening geven over je vakantieverblijf.

☆ Je kunt dingen omschrijven.

☆ Je kunt een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door le, la, l’ of les.

Mededelingen

☆ Woensdag 19 maart is de hoofdstuktoets van chapitre 3 (over precies drie weken dus). Noteer dit in je agenda.

☆ Je mag de toets alleen maken als je de oefentoets online hebt gemaakt (bilan) en als je al je huiswerk hebt gemaakt. Laat dit aan Yasmina zien s.v.p.

☆ Periode 4 start op 31 maart.

De phrases-clés & vocabulaire leren

Wat je nu gaat doen

☆ 15 minuten de woordjes leren van F via SlimStampen. Klaar? Ga de zinnen van C en G leren. Dan kun je straks waarschijnlijk makkelijker door paragraaf G en H heen komen.

☆ De woordjes van A, B, E en F nog niet onder de knie? Oefen die dan ook.

Pak je (online) werkboek erbij en ga naar G, Phrases-clés et parler op pages 118 et 119. Lees 26b alvast door. ⬇️

Ik zeg zin voor zin hardop en jullie zeggen ze zin voor zin na.

Hierna zoek je op wat de betekenis is van deze zinnen. Zo begrijp je ook daadwerkelijk wat je zegt. Tip: page 126.

Nu schrijf ik het begin van een zin op het bord. Als ik je de beurt geef is het de bedoeling dat jij de zin mondeling afmaakt. Dit kun je doen met de woordjes uit de woordenlijsten (pages 128 et 129).

Hoe kun je hier op antwoorden?
''Tu es en vacances ici?''

Wat betekent dit?
''Comment tu le trouves?''

Ga nu met degene naast je de zinnen oefenen. Wissel ook eens van rol. De schuingedrukte woorden kun je vervangen door andere woorden die je kunt vinden in de woordenlijsten.

Voorbeeld: ''Le diner est très bon.''

In plaats van ''Le petit déjeuner est très bon.''

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp

Hoe doen we dit in het Nederlands?

Voorbeelden

☆ ''Ik heb mijn vakantiefoto's bekeken.''

➡️ ''Ik bekeek ze toen ik thuiskwam.''

☆ ''Sara vindt Picasso een geweldige kunstschilder.''

➡️ ''Sara vindt hem geweldig.''

☆ ''Wij hebben samen naar een nummer van Nej geluisterd.''

➡️ ''Wij vonden haar stem uniek.''

Zoek het lijdend voorwerp. 

Door welk woord vervang je dit lijdend voorwerp? 

Ils visitent un immeuble

Nous cherchons nos copains

Je trouve une maison

Vous achetez un pantalon vert

la

les

le

l'

Ma mère veut voir le film ce soir.

Vervang het lijdend voorwerp en sleep de woorden naar de juiste plek.

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

ce soir

veut

le

Ma mère

voir

Je vois vingt-cinq élèves à mon ordinateur.

Vervang het lijdend voorwerp en sleep de woorden naar de juiste plek.

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

les

ordinateur

à mon

vois

Je

Billet de sortie
Waarom gebruiken we het
persoonlijk voornaamwoord
als lijdend voorwerp?

Les devoirs - Af hebben op 5 maart

☆ Paragraaf A t/m H

☆ Vocabulaire A, B, E en F leren

☆ De phrases-clés van C en G leren (page 126)

Extra hulp/uitleg nodig? Contacteer mij via Teams of kom langs in het plusuur op donderdag om 14:35 in Storia. Mag altijd :)

Le prochain cours

✎ Herhalingsles over heel chapitre 3

✎ Tijd om de oefentoets te maken (bilan)

✎ Aan de slag met de tâche

Uitleg over de tâche

Spreekopdracht

Waar moet je tâche aan voldoen?

☆ Het is een spreekopdracht. Je maakt een filmpje waarin je de tâche uitvoert. Deze lever je in via Itslearning en is alleen voor Yasmina te zien.

☆ Alles moet in het Frans en niks mag voorgelezen. Het moet dus uit je hoofd. Je hebt een hele periode om te oefenen.

☆ Geen vertaalmachines. Je gebruikt de vocabulaire en de phrases-clés van chapitre 1, 2 en 3.

Voltooid? +5 punten extra op de hoofdstuktoets

Op itslearning staat dit uitgebreider bij periode 3 week 2.