This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Was lernen wir heute?
Die Regeln / Wie arbeiten wir?
Methode - Brückenschlag - Kapitel 1 start
Slide 2 - Slide
Wie lernt ihr Deutsch?
Mit dem Buch
Online = Extra
slim stampen
Nachrichten aus Deutschland
Eigenes Material
Slide 3 - Slide
Die Regeln
Laptop, Arbeitsbuch immer dabei
Toilettenbesuch vor Anfang der Stunde
Slide 4 - Slide
Warum lernen wir Deutsch?
Kurzer Film
HÖREN und SEHEN !!
je hoort zo 2 redenen, welke?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Ik ben benieuwd wat jij over Duitsland weet. Kies het goede antwoord. Er is maar één antwoord correct. Iedereen staan. Bij goed antwoord blijf je staan, bij fout antwoord ga je zitten
Slide 7 - Slide
In Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
Slide 8 - Quiz
Een Duitser vond ................... uit.
A
televiesietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkas
Slide 9 - Quiz
.................. is bij uitstek de populairste sport in Duitsland.
A
Voetbal
B
Zwemmen
C
Golf
D
Autorace
Slide 10 - Quiz
Aan hoeveel landen grenst Duitsland?
A
6
B
8
C
9
D
10
Slide 11 - Quiz
In Duitsland wordt een waardering op school van ... tot en met ..... gegeven,
A
2-5
B
1-6
C
1-10
D
10-20
Slide 12 - Quiz
De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller
Slide 13 - Quiz
Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen
Slide 14 - Quiz
Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.
Slide 15 - Quiz
Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes
Slide 16 - Quiz
Ende
Slide 17 - Slide
In 2tal. De persoonlijke voornaamwoorden + haben en sein
Enkelvoud
ik heb ich habe ik ben ich bin
jij hebt jij bent
hij heeft hij is
zij heeft zij is
het heeft het is
Meervoud
wij hebben wij zijn
jullie hebben jullie zijn
zij hebben zij zijn
U heeft u bent
Slide 18 - Slide
Enkelvoud
ik heb ich habe ich bin
jij hebt du hast du bist
hij heeft er hat er ist
zij heeft sie hat sie ist
het heeft es hat es ist
Meervoud
wij hebben wir haben wir sind
jullie hebben ihr habt ihr seid
zij hebben sie haben sie sind
U heeft Sie haben Sie sind
Slide 19 - Slide
Havo Koppelcode : 86420
Vwo Koppelcode: 78686
klik rechts boven op je profiel
klik op mijn klassen
vul de klascode in
klik op klas 3 hv havo lln of 3 vwo 24/25
Slide 20 - Slide
Online - Brückenschlag
we herhalen belangrijke stof van vorig jaar
we kijken samen naar de uitleg in het filmpje
Wortschatz
Grammatik
Slide 21 - Slide
Hausaufgaben für 11 september
Brückenschlag 1 Wortschatz + Grammatik
leren: de persoonlijke voornaamwoorden + de vervoegingen v h werkwoord haben en sein. schriftelijk of mondelinge overhoring