Leesvaardigheid 3V

Bonjour tout le monde!
La classe commence!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
La classe commence!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui 
-Imparfait: je kunt de imparfait herkennen in een tekst en afleiden van welk werkwoord het komt.

-Eerste hulp bij lezen: dagen, maanden, signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

L'imparfait - 3 minutes
-Lis le texte à la page 34 "formulaire de réclamation"
-Souligne les imparfaits
-Bedenk van welk werkwoord deze vorm komt
timer
3:00

Slide 3 - Slide

Les imparfaits que j'ai trouvé

Slide 4 - Mind map

J'étais : infinitief : traduction
A
être: ik was
B
avoir: ik had

Slide 5 - Quiz

nous allions : infinitief : traduction
A
avoir: wij hadden
B
aller : wij gingen
C
avoir: wij hebben gehad
D
aller: wij zijn gegaan

Slide 6 - Quiz

il y avait : traduction
A
hij had er
B
er was / er waren
C
er is / er zijn

Slide 7 - Quiz

Je voudrais : infinitief : traduction
A
vouloir: ik wilde
B
vouloir: ik wil
C
vouloir: ik zou graag willen

Slide 8 - Quiz

Oh oui... j'aime lire!

Slide 9 - Slide

Blogueuse et Youtubeuse Jeannot
zegt dat lezen zo 
simpel nog niet is...
Regarde!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat vind jij moeilijk aan lezen in het Frans?

Slide 12 - Mind map

Woorden die je bijna altijd nodig hebt:
-les jours
-les mois
-signaalwoorden

Slide 13 - Slide

Dagen
Maanden
Lundi
Mardi
Mercredi
Jeudi
Vendredi
Samedi
Dimanche
Janvier
Mars
Février
Avril
Mai
Juin
Juillet
Août
Septembre
Octobre
Novembre
Décembre

Slide 14 - Drag question

hier
l'année dernière
aujourd'hui
demain
le mois prochain
la semaine dernière
gisteren
vorige week
vandaag
morgen
volgende maand
vorig jaar

Slide 15 - Drag question

Lis le texte - 1 minutes
timer
1:00

Slide 16 - Slide


A
men zoekt iemand om op te passen
B
men zoekt een juf
C
men zoekt een ober
D
men is op zoek naar een verdwaald persoon

Slide 17 - Quiz


A
je moet in de ochtend oppassen
B
je moet in de middag oppassen
C
je moet 's avonds oppassen

Slide 18 - Quiz

Welke dagen moet je beschikbaar zijn?

Slide 19 - Open question

Welke signaalwoorden ken je in het Frans?

Slide 20 - Mind map

parce que
mais
pourtant
par exemple
si
par contre
donc
ensuite
bref
en plus
daarentegen
dus
bovendien
omdat
kortom
vervolgens
echter
bijvoorbeeld
maar
als

Slide 21 - Drag question

Lees de tekst en zoek het signaalwoord
Vul het in op de volgende dia

Slide 22 - Slide

Wat is het signaalwoord
in dit tekstje?

Slide 23 - Open question

Wat geeft het signaalwoord POURTANT aan?
A
gevolg
B
oorzaak
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 24 - Quiz

Kies het passende signaalwoord:
Je ne sors pas ..... il pleut.

A
pourtant
B
donc
C
parce qu'
D
par contre

Slide 25 - Quiz

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 26 - Quiz

Wat vond je makkelijk?

Slide 27 - Open question

Wat vind je (nog) moeilijk?

Slide 28 - Open question