Evolutie herhaling

Afsluiting H4 Evolutie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afsluiting H4 Evolutie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke kenmerken horen bij de schimmelcellen?
A
Geen celkern, wel celwand, heterotroof
B
Wel celkern, geen celwand, autotroof
C
Wel celkern, wel celwand, autotroof
D
Wel celkern, wel celwand, heterotroof

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de endosymbiosetheorie op Binas tabel 94C. Welk organel ontstond waarschijnlijk als eerste in de evolutie?
A
Mitochondrium
B
Chloroplast
C
Celkern
D
Ribosoom

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Prokaryoten
= bacterien & archeae  hebben los DNA in de cel liggen. 

Het ribosoom is voor hen ook essentieel organel, waarom? 
  • Eiwitproductie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn homologe organen?
A
Organen die dezelfde oorsprong hebben maar mogelijk een andere functie
B
Organen die dezelfde functie hebben, maar apart van elkaar zijn ontstaan
C
Organen die dezelfde functie hebben, maar niet dezelfde bouw
D
Organen die we door aanpassingen aan het milieu niet meer nodig hebben

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Cladogram

Slide 7 - Slide

Opdracht 8 - Bron 16
  • Welk uniek homoloog kenmerk delen de schildpadden, slangen, hagedissen, krokodillen en vogels volgens dit cladogram? - een gat in de schedel onder de oogkas
  • Hoe heet deze groep in dit cladogram? reptilia
  • Hoeveel clades zie je in het cladogram?12, elk blauw puntje vertegenwoordigt de voorouder met het unieke kenmerk dat de voorouder en de andere dieren in die clade gemeenschappelijk bezitten. Er zijn 12 van die puntjes.
  • Mag je uit dit cladogram de conclusie trekken dat vogels meer verwant zijn aan krokodillen dan aan hagedissen? Licht toe.Ja, want vogels en krokodillen hebben meer gemeenschappelijke unieke homologe kenmerken dan vogels en hagedissen. Of: ja. Want de vogels en krokodillen delen een gemeenschappelijke voorouder die ze niet delen met de hagedissen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De theorie van Darwin over de vinken ging over de
verschillende snavelgrootte's van de vinken op verschillende
eilanden. De snavels leken perfect geschikt voor het voedsel
wat de vinken aten. Hoe zijn die verschillende snavels voor
het eerst ontstaan?
A
De verschillen zijn ontstaan omdat de vinken verschillende soorten eten moesten eten om te overleven.
B
De veranderingen in de snavels van de vinken hebben plaatsgevonden omdat het milieu de nodige genetische veranderingen veroorzaakt heeft bij de vinken om te overleven.
C
De veranderingen in de snavels zijn toevallig gebeurd, en als er een goede match was tussen de snavel en het aanwezige voedsel kregen de desbetreffende vinken meer nageslacht.
D
De snavels van de vinken is met elke generatie een beetje verandert, waarbij sommige elke generatie kleiner werden en andere elke generatie groter werden.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Er wordt gesproken over Evolutie door natuurlijke selectie, en hierbij wordt vaak 'survival of the fittest' genoemd.

Wat betekent dat woord 'fittest' in evolutie precies? Je ziet hier een aantal hagedissen uit een populatie. Welke van deze zou 'the fittest' zijn?
A
Lizard A
B
Lizard B
C
Lizard C
D
Lizard D

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wet van Hardy-Weinberg (equilibrium)
  • Allelfrequentie = getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe vaak bijv. het dominante allel p (Grijs) voorkomt

Als populatie groot genoeg is
Er geen (natuurlijke) selectie optreedt
Geen mutaties 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Is er Hardy-Weinberg evenwicht in populaties waarin selectie optreedt?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke voorwaarden zijn vereist om stabiele allelfrequenties te krijgen in een populatie (wet v. Hardy-Weinberg)?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wet van Hardy-Weinberg (equilibrium)
  • Allelfrequentie = getal tussen 0 en 1 dat aangeeft hoe vaak bijv. het dominante allel p (Grijs) voorkomt

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

In een populatie van 100 vogels is de allelfrequentie voor het recessieve allel voor witte vleugels 0,4. Het andere allel zorgt voor donkere vleugels.

Hoeveel vogels in die populatie hebben donkere vleugels?
A
16
B
36
C
84
D
48

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Op wat voor eiland leven de meeste soorten?
A
Ver van vaste land, klein eiland
B
Ver van vaste land, groot eiland
C
Dichtbij vaste land, klein eiland
D
Dichtbij vaste land, groot eiland

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions