2v Lezen H4 les 2
1 / 30
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Omdat de vorige zo'n succes was, een nieuw gedicht:
Misschien zit je lekker op school
Misschien zit je lekker thuis
...
...
Misschien zit je lekker op school
Misschien zit je lekker thuis
...
...
timer
1:30
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
ow:
ow:
timer
0:30
A
de zeer onscherpe foto
B
zijn zeurende vriendin
C
hij
Slide 8 - Quiz
Hij geeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin.
wg of ng?
wg of ng?
timer
0:30
A
wg
B
ng
Slide 9 - Quiz
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
wg:
wg:
timer
0:30
A
heeft
B
heeft aan zijn zeurende vriendin gegeven
C
heeft gegeven
Slide 10 - Quiz
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
lv:
lv:
timer
0:30
A
zijn laatste vakantie
B
de zeer onscherpe foto
C
aan zijn zeurende vriendin
D
de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie
Slide 11 - Quiz
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
mv:
mv:
timer
0:30
A
aan zijn zeurende vriendin
B
zijn zeurende vriendin
C
onscherpe foto
D
de zeer onscherpe foto
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Hoeveel bijvoeglijke bepalingen?
de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie
de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie
timer
0:30
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
Hoeveel bijvoeglijke bepalingen?
aan zijn zeurende vriendin
aan zijn zeurende vriendin
timer
0:30
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
Zit er een obwb in deze zin?
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
Hij heeft de zeer onscherpe foto van zijn laatste vakantie aan zijn zeurende vriendin gegeven.
timer
0:30
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
stelling:
Argumenten zijn te herkennen aan signaalwoorden als: volgens mij, lijkt mij, mijns inziens
Argumenten zijn te herkennen aan signaalwoorden als: volgens mij, lijkt mij, mijns inziens
timer
0:30
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Feit of mening?
68% van de mensen kijkt reclamepost door.
68% van de mensen kijkt reclamepost door.
timer
0:30
A
feit
B
mening
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Hoeveel argumenten?
Het is goed voor je ademhaling en je gehoor en het kan ervoor zorgen dat je je zekerder voelt in sommige situaties, daarom moeten alle leerlingen zangles krijgen.
Het is goed voor je ademhaling en je gehoor en het kan ervoor zorgen dat je je zekerder voelt in sommige situaties, daarom moeten alle leerlingen zangles krijgen.
timer
0:30
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Waar of niet waar?
We hebben vier tekstsoorten: informeren, amuseren, overtuigen, activeren
We hebben vier tekstsoorten: informeren, amuseren, overtuigen, activeren
timer
0:30
A
waar
B
niet waar
