Possessive 's - 'or ...of... & quantifiers much/many vh1a/g1a

Possessive 's, ', ...of... & Quantifiers!
Welcome vh1a/g1a
Date: 24th May 2024
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Possessive 's, ', ...of... & Quantifiers!
Welcome vh1a/g1a
Date: 24th May 2024

Slide 1 - Slide

What can you recall from yesterday's about possessives class?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Possessive [s] 

Slide 4 - Slide

Possessive 's, ', ...of...
Als je het hebt over het bezit van mensen of dieren, dan zet je 's of ' achter het woord:

na een woord in het enkelvoud gebruik je 's:
my sister's bike
Paul's toy

Slide 5 - Slide

Possessive 's, ', ...of...
na een woord in het meervoud dat niet eindigt op -s gebruik je ook 's.
other children's bicycles

na een woord in het meervoud dat eindigt op een -s gebruik je ':
my dogs' house

Slide 6 - Slide

Possessive 's, ', ...of...
Als je het hebt over iets wat bij een ding hoort gebruik je ... of ...

the back of the house

Slide 7 - Slide

Possessive 's, ', ...of...
Als je hebt over geografische locaties gebruik je ... of ...

the city of Edinburgh
the county of Arnhem (UK)
Nijmegen County (US)

Slide 8 - Slide

Possessive 's, ', ...of...
Als je het hebt over dingen die horen bij een land of plaats, kun je 's of ... of ... gebruiken

Britain's history / the history of Britain

Slide 9 - Slide

Let op!
  • als iets bij een ding hoort of een geografische locatie is, dan gebruik je ... of ...
   -   the roof of the school
   -   the city of Amsterdam

  •  Bij woorden van tijd gebruik je bij enkelvoud 's en bij meervoud '
- today's weather / a three weeks' holiday

Slide 10 - Slide

Let op!
's wordt ook gebruikt bij he/she/it + is
  • It's betekent it is
It's raining right now

  • Its betekent van het
The plant is in its pot

Slide 11 - Slide

Can you explain by giving an example how the possessive 's works?

Slide 12 - Open question

Quantifiers
Show quantity (= hoeveelheid)
You have to remember 2 different forms of quantity
1) Much ==> Used for uncountable nouns, such as rice, water, rain etc.
2) Many ==> used for countable nouns, such as books, laptops, chairs etc.
Both words mean ''veel'' in Dutch

Slide 13 - Slide

Pictionary- game
In pairs
Pick words from the word list on p. 96 + 97
Try to draw this word (turn it into a plural version if necessary) and guess the word correctly by giving full sentence where you use either much or many. 
Don't forget to write the sentence down on a piece of paper.
Goal: To practice much and many.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Homework 
For next week:
Complete ex. 30 to 33 of pages 74 to 76 of your book.
Also, study the materials on the possessives 's/ '/ ..of.. & the quantifiers much & many.
Additionally, study theme words + A + C on p. 96 + 97 of your book.

Slide 15 - Slide

What have you learned today? Try to name at least one thing.

Slide 16 - Open question