We hebben het over het 'verbuigen' van zelfstandige naamwoorden. Leg uit wat dit betekent.
1 / 11
next
Slide 1: Open question
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
We hebben het over het 'verbuigen' van zelfstandige naamwoorden. Leg uit wat dit betekent.
Slide 1 - Open question
In welke vorm staat een znw in de woordenlijst?
Slide 2 - Open question
Als welk woord wordt deus verbogen?
deus = god
A
femina
B
rex
C
nomen
D
servus
Slide 3 - Quiz
Als welk woord wordt uxor, uxores verbogen? uxor = echtgenote
A
rex
B
servus
C
nomen
D
femina
Slide 4 - Quiz
Als welk woord wordt filius verbogen?
filius = zoon
A
femina
B
donum
C
servus
D
nomen
Slide 5 - Quiz
In welke verbuigingsgroep zit femina?
femina = vrouw
A
1
B
3
C
2
D
geen van alle
Slide 6 - Quiz
In welke verbuigingsgroep zit nomen, nomina? nomen = naam
A
1
B
3
C
2
D
geen van alle
Slide 7 - Quiz
Als welk woord wordt mater, matres verbogen? mater = moeder
A
femina
B
nomen
C
rex
D
donum
Slide 8 - Quiz
Als welk woord wordt pater, patres verbogen? pater = vader
A
femina
B
donum
C
servus
D
rex
Slide 9 - Quiz
UITDAGING: Het zelfstandig naamwoord puer, pueri eindigt in de nominativus enkelvoud niet op -us, maar hoort toch bij verbuigingsgroep 2. Leg uit waaraan je dit kunt zien.
Slide 10 - Open question
Welke vraag over deze stof (blz 68) is voor jou nu nog onbeantwoord?