1) HH: verschil tussen gebruik imparfait en pc
2) Monologen oefenen in tweetallen
3) Twee opdrachten maken om de ontkenning te oefenen
1) Leren: alle infinitieven van werkwoorden uit de vertaalreader (p.2-3) FN-NL en NL-FN
2) Maken: Een oefening over de ontkenning (stuur ik via de mail)