V4 11-09-19 expression orale et la négation

Planning:
1) HH: verschil tussen gebruik imparfait en pc
2) Monologen oefenen in tweetallen
3) Twee opdrachten maken om de ontkenning te oefenen
1) Leren: alle infinitieven van werkwoorden uit de vertaalreader (p.2-3) FN-NL en NL-FN
2) Maken: Een oefening over de ontkenning (stuur ik via de mail)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning:
1) HH: verschil tussen gebruik imparfait en pc
2) Monologen oefenen in tweetallen
3) Twee opdrachten maken om de ontkenning te oefenen
1) Leren: alle infinitieven van werkwoorden uit de vertaalreader (p.2-3) FN-NL en NL-FN
2) Maken: Een oefening over de ontkenning (stuur ik via de mail)

Slide 1 - Slide

Imparfait vs passé composé
Parce qu’il faisait beau, on est allé se baigner.

Overleg even in tweetallen : wat zegt deze zin?

Slide 2 - Slide

Imparfait vs passé composé
Parce qu’il faisait beau, on est allé se baigner.

Il faisait = beschrijving (weerssituatie; niet iets dat specifiek gedaan is)
On est allé se baigner = specifieke handeling

Slide 3 - Slide

Entraînement expression orale
- In tweetallen 
- Monologen oefenen zónder zinnen op te schrijven
- Inhoud staat vast

Nut/doel: in hoeverre lukt het je simpele Franse zinnen achter elkaar te produceren?

Slide 4 - Slide

Mais d'abord:
Wanneer/waar – wie – doet – wat – wanneer/waar

Waar doet deze opeenvolging je aan denken? Het is een volgorde. Overleg met je buur.

Slide 5 - Slide

Mais d'abord:
Wanneer/waarwiedoetwatwanneer/waar
=
Elle fait des courses chaque vendredi soir 

Elle a fait des courses au centre commercial Rivétoile.

Slide 6 - Slide

Entraînement expression orale
--> Outlook/schoolmail: matériaux pour le cours de 19/09

--> pratique monologues v4

Slide 7 - Slide

Démonstration
Vous écouzet, et:
+ Essayez de bien distinguer entre le wie, wat, waar, wanneer
 (probeer dat terug te horen in wat ik zeg)
+ Quel temps verbal est-ce que j'utilise pour parler des vacances d'été?

Slide 8 - Slide

La parole est à vous
Instructions: 
Chacun(e) d'entre vous aura 7 minutes

Faites en sorte que vous n'interrompez pas les uns et les autres. 

Après un quart d'heure (15 minutes): évaluation en classe

Slide 9 - Slide

La négation
Deux exercices à faire:
1) travail individuel pour refraîchir tes connaissances

2) travail à deux: mise en pratique! --> vous allez construire des phrases avec une négation

Slide 10 - Slide

La négation
Nodig: ''De ontkenning - oefening 1''

Lees  de instructie en doorloop de 3 stappen.
Vertaal vervolgens de zinnen FN-NL
Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor

Slide 11 - Slide

La négation - exercice 2
Allez de nouveau à outlook/schoolmail et cliquez sur le lien

https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/negation_present.htm

Slide 12 - Slide

1) Leren: alle infinitieven van werkwoorden uit de vertaalreader (p.2-3) FN-NL en NL-FN
2) Maken: Een oefening over de ontkenning (stuur ik via de mail)

Slide 13 - Slide