Opdrachten boek

Even een paar oefenopdrachten.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Even een paar oefenopdrachten.

Slide 1 - Slide

*                           8.1
 $ 70.950.000.000 ÷ 640.000 = $ 110.859
10.300.000 × $ 34.895 = $ 359,4 miljard
$ 9.800.000.000 ÷ 6.150.000 = $1.593

Slide 2 - Slide

de 2e grafiek is het antwoord
De juiste volgorde is :
1, 4, 5, 2, 3 en dan weer 1.

Slide 3 - Slide

$ 4.500.000.000 ÷ 5.360.000 = $ 840
Bijvoorbeeld,
 - In Qatar zijn de prijzen hoger dan in Oostenrijk
 - In Oostenrijk is meer informele productie, zoals zelfvoorziening
 - In Oostenrijk is er meer aanwezigheid en een betere kwaliteit van collectieve voorzieningen dan In Qatar.

Slide 4 - Slide

De 1e en de 2e regels
8.2

Slide 5 - Slide

In 2018 kon Ivoorkust de importprijs van één transportfiets betalen met de export van 10 balen koffie met een totale waarde van € 600.
 Om in 2021 één fiets te importeren moest Ivoorkust 2 keer zoveel koffie exporteren. Voor Ivoorkust is de ruilvoet dus verslechterd.
 Voor Ivoorkust verslechterde de ruilvoet met 50%.

Slide 6 - Slide

Bijvoorbeeld:
 - een ongelijke inkomensverdeling
 - veel werkloosheid
 - ondervoeding
 - snelle bevolkingsgroei
 - veel analfabetisme (een deel van de bevolking kan niet lezen en schrijven)
 - beperkte technische ontwikkeling
 - een eenzijdige economische structuur.

Land Q. Een kenmerk van een ontwikkelingsland is het relatief hoge aandeel van de landbouw / primaire sector in de productiesectoren.
Met een monocultuur is een land voor de exportinkomsten afhankelijk van een of enkele (landbouw)producten.

Slide 7 - Slide

(€ 0,04 + € 0,06) ÷ € 1,80 × 100% = € 0,10 ÷ € 1,80 × 100% = 5,6%
 - Gebrek aan goed onderwijs en daardoor beperkte technische kennis.
  - Grote schulden en hoge rentelasten.
  - De protectiemaatregelen die rijke westerse landen nemen ten koste van ontwikkelingslanden.
  - Conflicten, zoals burgeroorlogen, en natuurrampen.
  - Regeringen die corrupt zijn of een dictatuur.

 ($ 0,80 – $ 0,50) ÷ $ 0,50 × 100% = 60% 
Door de snelle bevolkingsgroei is er onvoldoende voedsel beschikbaar om alle monden te voeden.
Katoen is voor Burkina Faso een exportproduct. Als de prijs daarvan stijgt, terwijl de importprijzen gelijk blijven, verbetert de ruilvoet voor Burkina Faso.

Slide 8 - Slide

Ze lost de lening af in € 50 ÷ € 1,25 = 40 weken
 Rente: 40 × € 0,15 = € 6= kredietkosten.
LET OP IK KAN OOK VRAGEN HOEVEEL PROCENT ZIJN DE KREDIETKOSTEN VAN DE LENING!!!
€ 6 / € 50 x 100 = 12%
8.3

Slide 9 - Slide

vergroten
afneemt
stijgt

Slide 10 - Slide

Grondstoffenovereenkomst - 3 - 1 - 2 - stabiele inkomsten

Slide 11 - Slide

Subsidies aan Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden - 3 - 1 - 2 - Nederlandse export naar ontwikkelingslanden stijgt.

Slide 12 - Slide

 Door investeringen ontstaat er werkgelegenheid, zodat meer mensen er een inkomen kunnen verdienen.
Op langere termijn komt er meer welvaart in de ontwikkelingslanden. Daardoor kan zo’n land meer uit Nederland importeren. Dat levert ons land meer inkomsten op. 

Slide 13 - Slide