8 Woorden H3 les 2

WELKOM 1B Deze les
Vandaag:
  1. Welkom
  2. les van gisteren --> lezen + woorden 3.5
  3. vrijdag dossieropdracht inleveren via SOM (bestand of link)
  4. Opdrachten met woorden 12, 16, 17 en 19
  5. Klaar? Blooket of quizlet










1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

WELKOM 1B Deze les
Vandaag:
  1. Welkom
  2. les van gisteren --> lezen + woorden 3.5
  3. vrijdag dossieropdracht inleveren via SOM (bestand of link)
  4. Opdrachten met woorden 12, 16, 17 en 19
  5. Klaar? Blooket of quizlet










Slide 1 - Slide

Goede tijden, ... tijden.
Zij steunden elkaar door dik en ... .
Donald Duck, een vrolijk weekblad voor jong en ... .
Oost, ... thuis best.


Slide 2 - Slide

WELKOM 1B Tegenstellingen
Sommige woorden vormen samen een tegenstelling. De woorden betekenen dan precies het tegengestelde van elkaar.

Voorbeeld van tegenstellingen:
warm ↔ koud
geven ↔ nemen
rijk ↔ arm
boven ↔ onder
groot ↔ klein
winnen ↔ verliezen

Slide 3 - Slide

WELKOM 1B Tegenstellingen
Sommige woorden vormen samen een tegenstelling. De woorden betekenen dan precies het tegengestelde van elkaar.


Soms heeft een woord meer dan één betekenis. Het kan dan bij meer tegenstellingen horen:

nauw ↔ breed
nauw ↔ los

licht ↔ donker
licht ↔ ?





Slide 4 - Slide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Sommige woorden krijgen een tegengestelde betekenis door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te plakken.


De voorvoegsels on- en anti- betekenen niet of tegen:

onopvallend = niet opvallend
antigriepprik = een prik tegen de griep







Slide 5 - Slide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Het achtervoegsel -loos betekent zonder:

liefdeloos = zonder liefde
kansloos = zonder kans









Slide 6 - Slide

WELKOM 1B Tegenstellingen, voor- en achtervoegsels
Niet of tegen:
on-
anti-

Zonder ...:
-loos









Slide 7 - Slide

Nederlands 1B :) Plaatjes zoeken

Slide 8 - Slide

Opdracht
1. Kies een woord uit de woordenlijst.
2.  Zoek een plaatje dat bij het woord past.
3. Zet het woord en het plaatje bij de opdracht op de volgende dia.

Slide 9 - Slide

Antwoord met een woord uit de
woordenlijst, zet er een bijpassend
plaatje bij.
timer
3:00

Slide 10 - Open question

De tekening raden
  • Kies een woord uit de woordenlijst
  • Bedenk hoe je het zou kunnen tekenen

  • Iemand mag op het bord tekenen
  • De rest gaat raden

Slide 11 - Slide

Bedenk in een tweetal:
  • Kies een woord
  • Bedenk hoe je dat samen kunt uitbeelden, zonder te praten

Slide 12 - Slide

Oefeningen maken
Maak van woorden 3.5
opdracht 11, 12

Klaar? Oefen met quizlet

Slide 13 - Slide

Nederlands 1B :) Woord van de week
Uniek

  • Betekenis: uitzonderlijk, waar er maar één van is.


Slide 14 - Slide

Nederlands 1B :) Woord van de week H3
Samen oefenen:
Ga naar opdracht 3 van 3.5

Daarna: de woordenlijst doorlezen



Slide 15 - Slide

Nederlands 1B :) Woorden 3.5
Zelf oefenen:

Maak opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 10a en b (10c hoeft niet)

Klaar? Verder lezen in je leesboek.

Straks: Repetitie en boekopdracht inzien.




Slide 16 - Slide