6.4 Meer of minder productie?

Paragraaf 6.4
Nog meer produceren?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 6.4
Nog meer produceren?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 6.3
Je kent de verschillen tussen een abstracte markt en een concrete markt
Je weet hoe de prijs invloed heeft op de vraag
Je weet hoe je de evenwichtsprijs (en hoeveelheid) kunt bepalen
Je kunt een marktaandeel berekenen

Slide 2 - Slide

Inkoopwaarde =
A
afzet x netto-verkoopprijs
B
afzet x inkoopprijs
C
afzet x consumentenprijs
D
omzet : afzet

Slide 3 - Quiz

Consumentenprijs is ...
A
Inclusief btw
B
Exclusief btw

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen 6.4 
Na deze les kan/weet je:
- De productiekosten in twee groepen verdelen
- Wat de productiecapaciteit van een bedrijf bepaalt
- uitleggen wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze verhoogd kan worden.
- Hoe bedrijven maatschappelijk verantwoord kunnen ondernemen.

Slide 5 - Slide

Vaste en variabele kosten
 Vaste kosten
 veranderen (voorlopig)  
 niet als je  meer of   minder gaat produceren
 Variabele kosten
 veranderen als je meer  
 of minder gaat  
 produceren

Slide 6 - Slide

Vaste en variabele kosten
vaste kosten
  • huisvesting
  • rentekosten
  • personeelskosten?
  • contributies
variabele kosten
  • schoonmaak
  • wasserij
  • personeel?

Slide 7 - Slide

Productiecapaciteit
De productiecapaciteit is hoeveel een bedrijf maximaal kan produceren. Dit is afhankelijk van alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

arbeidsproductiviteit
totale productie in een periode : aantal werknemers

Slide 10 - Slide

Maatschappelijke opbrengsten
Meer productie =
Meer banen =
meer inkomen voor werknemers =
meer verkoop van goederen en diensten =
meer welvaart

Slide 11 - Slide

Verantwoord ondernemen?
Meer productie =
meer mogelijke milieuschade

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is rekening houden met groei van je bedrijf én met de maatschappij.

Slide 12 - Slide

De productiecapaciteit wordt bepaald door ...
A
de arbeidsproductiviteit
B
het aantal mensen dat in een bedrijf werkt
C
de kapitaalgoederen die worden gebruikt
D
de snelheid van werken

Slide 13 - Quiz

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
productiefactoren

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
Huiswerk
opgave 1 t/m 11
bladzijde 172 t/m 175

Slide 17 - Slide