Beroepsoriëntatie les 7: VVT /Justitiële Inrichtingen/AZC en les 8: Ouderen

 Beroepsoriëntatie
Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT) - Justitiële Inrichtingen - Asielzoekerscentrum
Klassen: 
Datum: 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

 Beroepsoriëntatie
Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT) - Justitiële Inrichtingen - Asielzoekerscentrum
Klassen: 
Datum: 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deel 1 
 4 lesuren (4x45 min)  

Slide 2 - Slide

Deel 1; 90 minuten
Spreekwoord

Maak af:
Wie zijn billen brandt, .............................................

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Betekenis spreekwoord
Wie zijn billen brand, moet op de blaren zitten

Wanneer je keuzes maakt die achteraf niet verstandig blijken, zijn de consequenties voor eigen rekening.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Programma deel 1 
1. AWR 
2. Terugblik op vorige week en eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie VVT
5. Theorie AZC
6. Filmfragment en/of stellingen
7. Theorie over Justiele inrichtingen
8. Gesprek en Filmfragment
9. Check lesdoelen



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klassen regels 
- Geen telefoons 
- Niet eten en drinken (met afsluitbare dop)
- Studiemateriaal op orde
- Actieve leerhouding

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is je bijgebleven over de jeugdzorg?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Terugblik- Beroepsoriëntatie eindopdracht 

Zijn hier nog vragen over???? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen  
Aan het einde van deze les kun jij: 
- Toelichten wat VVT is.
- Benoemen hoe jij als MZ'er cliënten kan ondersteunen binnen VVT.
benoemen wat een AZC is.
- Uitleggen van het COA doet.
- Benoemen welke Justitiële inrichtingen er zijn
- Uitleggen welk doel Justitiële inrichtingen heeft
- Toelichten welke cliënten je binnen de Justitiële inrichtingen begeleiding biedt







Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

        Maak
        voor
       jezelf 
aantekeningen

Bijv: mindmap!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

VVT
Ziekenhuizen geven zorg aan mensen die problemen hebben met hun gezondheid. Naast ziekenhuizen bestaan er ook revalidatiecentra, de thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizen (VVT).

VVT staat dus voor verpleging, verzorging en thuiszorg. Patiënten die langdurige zorg nodig hebben kunnen terecht bij de VVT.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling VVT


Mensen worden door de overheid gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Via de gemeente kunnen ze zorg aanvragen door een thuiszorgorganisatie. De thuiszorgorganisatie biedt zorg en neemt huishoudelijke taken op zich zoals schoonmaken en persoonlijke verzorging.


Slide 13 - Slide

Doelstelling
Mensen worden door de overheid gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Via de gemeente kunnen ze zorg aanvragen door een thuiszorgorganisatie. De thuiszorgorganisatie biedt zorg en neemt huishoudelijke taken op zich zoals schoonmaken en persoonlijke verzorging.

Cliënten
Cliënten die gebruikmaken van de zorg binnen de VVT zijn vaak al wat ouder. Sommige cliënten hebben vooral lichamelijke klachten, terwijl andere cliënten te maken hebben met zware dementie. In de VVT heb je naast de cliënten ook te maken met hun familie en vrijwilligers waardoor je met veel verschillende mensen moet communiceren.
Cliënten VVT

Cliënten die gebruikmaken van de zorg binnen de VVT zijn vaak al wat ouder. Sommige cliënten hebben vooral lichamelijke klachten, terwijl andere cliënten te maken hebben met (zware) dementie. In de VVT heb je naast de cliënten ook te maken met hun familie en vrijwilligers waardoor je met veel verschillende mensen moet communiceren.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

        Maak
        voor
       jezelf 
aantekeningen

Bijv: mindmap!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Asielzoekers
 In een asielzoekerscentrum worden cliënten tijdelijk opgevangen in afwachting van het wel of niet verkrijgen van een verblijfsvergunning. Veel asielzoekers hebben in het land van herkomst te maken met oorlog. Denk hierbij aan Syrië en Oekraïne. Mensen kunnen ook vluchten omdat ze in het land van herkomst worden vervolgd vanwege hun ras, godsdienst, nationaliteit, seksuele geaardheid of politieke overtuiging. 

Als maatschappelijk zorg medewerker kun je in een asielzoekerscentrum werken/ stage lopen. Jij ondersteunt de cliënten door informatie aan vluchtelingen verstrekken en praktische ondersteuning te bieden bij vragen en problemen omtrent huisvesting, financiën, gezondheidszorg, (taal)onderwijs ect.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Asielcentrum (professional maatschappelijk zorg H 2.1)
Een asielzoekerscentrum (azc) is een opvangcentrum voor asielzoekers die tijdelijk in een land verblijven tot er over de asielaanvraag is beslist. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is in Nederland verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers.


Het COA is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Het doel van het COA is om asielzoekers te begeleiden naar een toekomst in Nederland of het land van herkomst.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Met elkaar in gesprek
d.m.v. stellingen
  1. Als de oorlog voorbij is, moeten vluchtelingen terug naar hun eigen land.
  2. Asielkinderen die minimaal vijf jaar in Nederland zijn moeten een verblijfsvergunning krijgen.

Slide 18 - Slide

Stelling.

Ga staan als je het ermee eens bent.

Bespreek elke stelling kort.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Kijkvragen bij filmfragment

- Wat vind jij van de omstandigheden waarin kinderen wonen in de AZC's?

- Had je dit verwacht?

Slide 20 - Slide

In de afbeelding hierboven staat weergegeven hoe het communicatieproces verloopt. 

Je ziet dat de volgende aspecten betrokken zijn bij het communicatieproces:
  • de zender
  • de boodschap
  • de ontvanger
  • het medium
  • coderen
  • decoderen.
De aspecten worden hieronder verder toegelicht.

Zenden en ontvangen
Degene die communiceert, is de zender. De zender is de persoon die informatie zendt aan de Ontvanger. Deze ontvangt de informatie. De informatie noem je de boodschap. De zender zet de boodschap die hij wil geven om in een code. Deze code kan bestaan uit woorden, gebaren, mimiek of lichaamshouding. De ontvanger ontvangt de code en decodeert de code. Dit betekent dat hij probeert vast te stellen wat de zender bedoelt. De ontvanger reageert vervolgens op wat de zender communiceert. Hij communiceert op welke manier hij de boodschap heeft geïnterpreteerd of opvat. Dit noem je feedback. De ontvanger is nu de zender geworden en de zender de ontvanger.

Medium
Je kunt je boodschap ook overbrengen met een medium. Je gebruikt dan een bepaald middel om de boodschap over te brengen. Voor het onderhouden van het contact en voor zaken die niet echt dringend zijn, kun je dan kiezen voor gebruik van communicatiemiddelen. Denk hierbij aan een telefoontje, WhatsApp of een bericht op Facebook. Je kunt zo op een makkelijke manier familie en betrokkenen informeren. Tegenwoordig zijn hiervoor apps beschikbaar die speciaal ontwikkeld zijn voor de zorg en bijvoorbeeld de privacy waarborgen.

Welk medium
Gebruik van een medium is niet altijd een geschikte keuze. Een groot deel van de boodschap die je wilt overbrengen kan namelijk verloren gaan omdat je geen lichaamstaal ziet. Je kunt niet zien hoe de ontvanger reageert op je boodschap. Hierdoor is de kans op verstoring in de communicatie groter. Vooral als het gaat over belangrijke dingen of zaken die haast hebben, is persoonlijk contact belangrijk. Vaak werkt een persoonlijk gesprek dan het best. Misschien is dit niet altijd mogelijk omdat familie bijvoorbeeld in het buitenland woont. Je kunt deze dan toch persoonlijk informeren door gebruik te maken van videobellen of virtueel contact. Denk altijd goed na over de keuze van het medium dat je gebruikt. Maak ook duidelijke afspraken met elkaar welk medium waarvoor gebruikt wordt.
Theoretische gedeelte
Justitiële inrichtingen

Slide 21 - Slide

Geef bij elke periode een ander groepje het woord en laat hen vertellen wat ze hebben genoteerd en behandel aan de hand daarvan de theorie op de volgende slides!
 Justitiële inrichtingen in Nederland
Boek: Professional Maatschappelijke Zorg - Thema 2.1
Binnen justitiële inrichtingen ligt de focus op de beveiliging, bewaring, behandeling, zorg en begeleiding van mensen die in de inrichting verblijven. Mensen verblijven hier nadat ze een delict hebben gepleegd en een straf hebben gekregen van de rechter of ze wachten nog op de uitspraak van de rechter. Samen met de cliënt wordt gekeken naar hoe men kan terugkeren binnen de maatschappij. 

Er zijn verschillende soorten justitiële inrichtingen in Nederland. Voorbeelden hiervan zijn:

  • gevangenis
  • justitiële jeugdinrichting (jeugdgevangenis)
  • detentiecentrum (in afwachting van een veroordeling)
  • tbs-kliniek (terbeschikkingstelling)

Zoek op je laptop op:
Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende soorten justitiële inrichtingen in Nederland?
Welke taken en rollen mag jij als MZ'er binnen de  justitiële inrichtingen gaan uitvoeren?

timer
15:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Doel justitiële inrichtingen

Doelstelling
Justitiële inrichtingen hebben als doel de samenleving veiliger te maken door mensen die een delict hebben gepleegd op te sluiten en te begeleiden om na de straf een nieuw bestaan op te bouwen.

Cliënten
Binnen justitiële jeugdinrichtingen heb je te maken met diverse leeftijden, achtergronden en zwaarte van het delict. Zo kun je te maken krijgen met jongeren binnen een justitiële jeugdinrichting en mensen met psychische problemen binnen een tbs-kliniek. 

De aanpak verschilt per cliënt. Dit ligt onder andere aan de zwaarte van de straf, of een cliënt minderjarig is en het feit of de cliënt wil meewerken.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Check lesdoelen justitiële inrichtingen
Wie o wie kan benoemen en uitleggen..................................

  • welke verschillende justitiële inrichtingen er zijn?
  • welke rol/ taak jij als MZ'er kan hebben binnen de justitiële inrichtingen?
  • Toelichten wat VVT is.
  • Uitleggen van het COA doet.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 

Volgende les bespreken we de ouderenzorg

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Deel 2
4 lesuren (3x 45 min)

Slide 27 - Slide

Deel 2: 90 minuten
 Beroepsoriëntatie
Ouderenzorg
Klassen: 
Datum: 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Raadsels
Raadsel 1: 
Een cowboy rijdt een stadje in op Vrijdag. Hij blijft drie dagen en vertrekt weer op Vrijdag. Hoe kan dat?


Raadsel 2: 
Een jongen viel van een dertig meter hoge ladder, maar raakte niet gewond. 
Hoe kan dat?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Oplossing raadsel
Antwoord raadsel 1: Zijn paard heet Vrijdag.

Antwoord raadsel 2: Hij viel van de onderste trede.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Programma deel 1 
1. AWR 
2. Terugblik op vorige week en eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie Ouderenzorg
5. Aan de slag: met de eindopdracht en ervaringsoefening
6.  Afsluiting - lesdoelen check 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Terugblik 
Weet jij nog waar AZC, COA, VVT voor staat?
Weet jij nog welke verschillende justitiële inrichtingen er zijn?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Terugblik- Beroepsoriëntatie eindopdracht 
Checklist: 
  • De eindopdracht is de vorm van een presentatie PWP met video
  • Je werkt samen in 2/3 tallen.  Let op! De reflectie schrijf je alleen.
  • Weet jij het nog?
  1. Deadline voor het inleveren van de eindopdracht = 12 november!
  2. Je levert deze opdracht in via it's learning. 
  3. Pakt de rubric erbij, staat alles erin?

Zijn hier nog vragen over???? 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen deze week 
Aan het einde van deze les kun jij: 

- Benoemen in eigen woorden wat de ouderenzorg inhoud (doel, ondersteuning) 
- Uitleggen welke veranderingen er binnen de ontwikkelgebieden plaats vinden bij ouderen.
- Toelichten wat dementie inhoud.






Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

        Maak
        voor
       jezelf 
aantekeningen

Bijv: mindmap!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Ouderenzorg

Slide 37 - Slide

Aan de hand van deze afbeelding voorkennis checken. En in gesprek gaan... Wat is hun beeld van een oudere?
Wanneer ben je een oudere?
Waar hebben oudere mensen moeite mee?

Ouderenzorg
Pak je boek Boom Professional Maatschappelijke Zorg erbij.

Ga naar thema 2.1 en lees het stuk over ouderenzorg.

Noteer voor jezelf:
- Wat houdt ouderenzorg in?
- Welk doel heeft de ouderenzorg? En wat lees je hier terug als je denk aan de Geschiedenis van MZ vanaf 2005?
-Welke ondersteuning hebben de cliënten in de ouderenzorg nodig?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Ouderenzorg
Ouderenzorg richt zich op ondersteuning, zorg en verpleging van mensen die door ouderdom niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. Het kan daarbij gaan om onder andere hulp in de huishouding, wijkverpleging of ondersteuning bij het dagelijks leven (dagbesteding).

Doelstelling
Met alle hervormingen binnen de wetgeving wil de overheid dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dit is mogelijk door mantelzorgers en vrijwilligers die helpen. Als thuis wonen niet meer mogelijk is, dan kunnen ouderen naar een aanleunwoning of verpleeghuis. Een aanleunwoning is een (huur)woning voor ouderen. De woning ligt dichtbij een instelling voor ouderenzorg. Verpleeghuizen bestaan vrijwel niet meer. De overheid wil mensen zo lang mogelijk thuis laten wonen. Alleen als dit echt niet meer mogelijk is, is een opname in een verpleeghuis mogelijk.

Cliënten
Bij cliënten binnen de ouderenzorg is er vaak sprake van meerdere problemen waarbij hulp en ondersteuning nodig is. Denk hierbij aan moeilijk kunnen lopen, slecht kunnen zien, hartproblemen, somberheid en eenzaamheid.


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Geriatrie 

Geriatrie: diagnostiek en behandeling van oudere mensen met ingewikkelde ziekteproblemen. Het gaat om ziektebeelden die veroorzaakt worden door veroudering, of die sterk door veroudering beïnvloed worden. Hieronder een korte omschrijving van de ontwikkelgebieden.


Lichamelijke ontwikkeling
x Motoriek gaat achteruit (langzamer en stijver)
x Werking zintuigen gaat achteruit (horen, zien)
x Verminderde Oestrogeen (vrouwen) botontkalking (osteoporose)

Seksuele ontwikkeling 

x Verliefdheden komen nog steeds voor
x Seksuele activiteit, wordt vaak minder

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Ouderenzorg en Dementie
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen (een syndroom) waarbij de
verwerking van de informatie in de hersenen is verstoord.
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes.
De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer.

Dementie is een progressieve ziekte. Diagnose wordt gesteld bij:
- Geheugenstoornissen 
- Verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren of te herinneren 
- Één of meer van de volgende cognitieve stoornissen: Afasie, Apraxie, Agnosie, stoornis in uitvoerende functies. 
- 1 op de 5 ouderen krijgt dementie.




Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Ouderdom - veranderingen

Emotionele ontwikkeling/ sociale ontwikkeling

x Afscheid en rouw

x Eenzaamheid (sociale en emotionele eenzaamheid) 

x Vrijwilligerswerk

Cognitieve ontwikkeling

x Aanleren van nieuwe vaardigheden kan! Maar kost meer tijd!

x Geheugen: kost meer tijd informatie op te slaan, meer tijd om informatie te vinden, meer moeite twee dingen tegelijk te doen




Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Filmfragment
We bekijken een filmfragment over een jong dementerende man en zijn gezin. Kijkvragen:

- Dementie is een progressieve ziekte. Kun jij dit uitleggen?

- Heb jij wel eens te maken gehad met dementie in jouw omgeving?

- Wat vond je van het filmfragment?

- Zou je in de ouderenzorg willen werken?

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Ervaringsoefening: we bekijken de inhoud van de koffer voor degene die willen ervaren hoe het is om een ouderdomsziekte te hebben.

Verder werken aan de eindopdracht!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check
Iedereen benoemd 1 woord wat hij zij geleerd heeft tijdens deze les.

Iedereen benoemd 1 woord over hoe zij de les heeft ervaren.

In beide gevallen mag elk woord. maar 1 keer worden gebruikt!

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Bedankt voor jullie aandacht!  
Nog vragen? 

Volgende les bespreken we de ontwikkelingspsychologie, NEEM HET BOEK MENSEN VOLGENDE LES MEE!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions