This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Economie & Ondernemen klas 2
Welkom
Thema 3- Financiële zaken.
Slide 1 - Slide
Deze les
Thema 3.4 - terugblik
Uitleg H3.5
Oefenen met rekenen met procenten
Opdrachten maken rekenen en 3.5
Bespreken opdrachten
Voorbereiden kerstmiddag.
Afsluiten les en een terugblik
Leg je Ipad klaar.
Op de kop.
Slide 2 - Slide
Doelen:
Je kent verschillende spaarmotieven.
Je weet het verschil tussen spaar- en leenrente.
Je leert percentages uit te rekenen.
Je kent verschillende soorten rente.
Slide 3 - Slide
Terugblik 3.4
behoeften en uitgaven
Slide 4 - Slide
Waarom zou je sparen?
Als je spaart, dan
groeit je geld
je krijgt rente
sparen voor een doel
sparen uit voorzorg
sparen voor de rente
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Soorten Geld
doel: je wilt iets kopen maar hebt nu nog niet voldoende geld
voorzorg: je wilt wat geld achter de hand houden in geval van nood
rente: je spaargeld neemt zo toe. Het wordt meer.
Spaarmotieven
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
rol van de bank
Het geld wat gespaard wordt bij de bank, wordt weer uitgeleend. De bank betaalt de spaarders rente, en ontvangt van de leners rente. De rente die de bank ontvangt is hoger, zo verdient de bank geld.
Slide 10 - Slide
Variabel vs vast
Variabele rente
de bank kan het rentepercentage verlagen of verhogen
Vaste rente (spaardeposito)
het rentepercentage blijft de hele periode hetzelfde
Je zet het geld voor een afgesproken tijd op een rekening (je kunt het er niet zo maar vanaf halen!)
Slide 11 - Slide
Rente berekenen:
Slide 12 - Slide
Rente bij sparen
Rente is een vergoeding die je krijgt van de bank, omdat je er spaart.
De rente wordt berekend in procenten per jaar.
Berekening:
Rentebedrag per jaar = (rentepercentage ÷ 100) x spaarbedrag
Slide 13 - Slide
Soorten Geld
Je hebt € 235,- en je krijgt 2,6% rente per jaar
De € 235,- = 100%
Rente berekenen
€ 235,-
€ 2,35
100%
1%
2,6%
102,6%
rente
nieuwe saldo
Slide 14 - Slide
Soorten Geld
Je hebt € 235,- en je krijgt 2,6% rente per jaar
De € 235,- = 100%
Rente berekenen
€ 235,-
€ 2,35
€ 6,11
€ 241,11
100%
1%
2,6%
102,6%
rente
nieuwe saldo
Slide 15 - Slide
H3.5 + rekenblad
Maak:
Het rekenwerkblad.
opdracht: 3.22 t/m 3.29
blz. 111 t/m 118
Klaar: Even iets voor jezelf.
Slide 16 - Slide
Kerstmiddag
Bedenk een programma:
Film of spelletjes?
We hebben 10 euro....wat halen we hiervan?
Slide 17 - Slide
Ik heb tijdens deze les fijn kunnen samenwerken en alle opdrachten gemaakt.
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Ik sluit deze les af:
Slide 19 - Poll
LENEN
Leen jij wel eens geld?
Waarom leen jij wel eens?
Slide 20 - Slide
Leenmotieven
Een leenmotief is een reden waarom je leent.
Er zijn 4 leenmotieven:
aanschaf van dure consumptiegoederen (bijv. een auto)