4 vwo economie 8 juni oefening SE

8 juni oefening SE levensloop
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8 juni oefening SE levensloop

Slide 1 - Slide

Rekenen met koopkracht
Koopkracht (reëel inkomen) hangt af van:
  • Inkomen (nominaal inkomen)
  • Inflatie 

  • Formule (met indexcijfers):
    reëel inkomen = nominaal inkomen ÷ inflatie x 100
    ric = nic ÷ pic x 100

Slide 2 - Slide

Rekenen met koopkracht - voorbeeld
  • Ten opzichte van 2017 is het inkomen in een land met gemiddeld 2% toegenomen in 2018. De inflatie in 2018 is 2,3%. Bereken het reëel indexcijfer in 2018. Is dit een stijging of daling?
  • ric = nic ÷ pic x 100
  • ric = 102 ÷ 102,3 x 100 = 99,7
  • Dit is een daling (want < 100)

Slide 3 - Slide

  • opgave 1 indexcijfers
Opgave 1
1. 2p
2008: inkomen stijgt harder dan de prijzen
2009: inkomen gelijk en prijzen dalen

2. 2p
101,42 x 1,04 = 105,48 Dus 1,054x42.000= 44.300,26.

Slide 4 - Slide

  • opgave 2 speltheorie
1. 2p
Een evenwicht in dominante strategieën. Beiden hebben bekennen als dominante strategie.
(4 is meer dan 3 en 6 is meer dan 5).

2. 2p
Bij een bindende afspraak zouden ze zich coöperatief kunnen gaan opstellen. Als ze dan bindend afspreken ontkennen, hebben ze ook een hoger cijfer.

Slide 5 - Slide

3. 2p
Als beide leerlingen ontkennen is er geen bewijs en krijgen ze gewoon hun (hoge) punt, een 7.
De dominante strategie voor beide leerlingen is ontkennen.

4. 2p
C
1 = onjuist, de switch is andersom;
2 = juist, tit for tat komt zonder expliciete afspraak tot stand/je volgt de ander.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Inkomensverdeling/ Lorenzcurve

Slide 8 - Slide

Primaire inkomensverdeling
Het primaire inkomen is het inkomen zoals het verdiend wordt met de productiefactoren. 
Er is nog geen belasting geheven door de overheid.

Slide 9 - Slide

Secundaire inkomensverdeling
  • Het secundaire inkomen is het inkomen nadat de overheid heeft ingegrepen. 
  • De overheid herverdeelt het inkomen
  • door het heffen van belastingen en premies 
  • en het betalen van subsidies en uitkeringen

Slide 10 - Slide

Herverdelen van inkomens

  • Nivelleren

  • Denivelleren

Slide 11 - Slide

Nivellering en denivellering
Nivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding kleiner.
Denivellering: De verschillen tussen de inkomens worden in verhouding steeds groter.

Zorgt het Nederlandse belastingstelsel voor (de)nivellering?

Slide 12 - Slide

Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je meer belasting. 
Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  
Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   

Bij een progressief belastingstelsel betaal je dus ook PROCENTUEEL meer belasting bij een hoger inkomen ->  de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. 

Slide 13 - Slide

Progressieve belasting heffing
  • Naar verhouding meer belasting betalen bij een hoger inkomen. 
  • Zorgt voor het nivelleren van inkomens 

Slide 14 - Slide

Berekenen van loonbelasting
  • je betaalt loonbelasting over je salaris
  • dat gaat volgens een schijvensysteem
  • over het eerste deel van je salaris betaal je een lager percentage belasting dan over het laatste deel
  • je verdeelt het loon over de verschillende schijven net zo lang tot het volledige loon belast is.

Slide 15 - Slide

Een voorbeeld
  • Piet verdient  € 45.000,- per jaar.
  • Zijn werkgever houdt loonbelasting in.
  • Over het eerste deel ( schijf 1 ) van zijn loon betaalt hij  33%
  • dan komt het tweede deel (schijf 2) met  41,95 %
  • en dan het laatste deel ( schijf 3) met  42 %
  • zie de tekening op de volgende sheet

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

huiswerk
oefeningen in de bijlage van magister!
Stel vragen en oefen de stof.
17 juni SE levensloop

Slide 18 - Slide