Basis kader hoofdstuk 4.1 en 4.2

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

4.2 Wat levert het op?

Slide 16 - Slide

Planning 
Leerdoelen
Terugblik
Uitleg
Zelfstandig werken 
Afsluiten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

terugblik: wat is juist? Een bedrijfskolom is
A
een stapel bedrijven
B
samenwerkende bedrijven aan een product

Slide 19 - Quiz

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Zelfstandig werken

Wat? Maak de opdrachten 22 t/m 28  van paragraaf 4.2 
Hoe? In het online werkboek of in je schrift/boek
Hulp? Vraag? Steek je vinger even op of kom naar mijn bureau
Resultaat? We kijken gezamenlijk na opdr. 24,26
Klaar? Maak de opdrachten 29 t/m 34
timer
15:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Zelfstandig werken

Wat? Maak de opdrachten 29 t/m 34  van paragraaf 4.2 
Hoe? In het online werkboek
Hulp? Vraag? Stel deze via Teams.
Resultaat? We kijken gezamenlijk na opdr. 29,30 en 31
Klaar? Maak de rekenopdrachten
timer
15:00

Slide 29 - Slide

wat is juist? Een ondernemer is...
A
iemand die met zijn eigen bedrijf een inkomen verdient
B
iemand die in loondienst is

Slide 30 - Quiz

Als de kosten in een bedrijf meer zijn dan de opbrengst heb je
A
winst
B
verlies
C
omzet

Slide 31 - Quiz

Als de prijs voor elektriciteit stijgt, zal productiekosten
A
Gelijk blijven
B
Stijgen
C
Dalen
D
Geen van A, B of C

Slide 32 - Quiz

Zonlicht hoort bij de productiefactor
A
natuur
B
arbeid
C
kapitaal

Slide 33 - Quiz