Samenvatting H1

herhaling H1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

herhaling H1

Slide 1 - Slide

Wie zit waar tot aan de herfstvakantie?
                                                bord
Bram, Daan                        Jilne, Wady                 Salih, Levi
Josephine, Kaylee          Robin, Mats                Olivia, Esther  
Jens, Marien                     Lenna, Robin-Isis               Micha
Luca, Adam                        Hugo, Dylan               Basmallah, Jasmin
                                                Sara, Mirte
  

Slide 2 - Slide

erbij of eraf?
100% + 10% = 110%
factor = 1,10
100%-10%=90%
factor = 0,90



Slide 3 - Slide

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 22% bijkomt?
100% + 22% = 122% Factor is dan 122 : 100 = 1,22
A
0,22
B
1,22
C
0.78
D
1,78

Slide 4 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 22% afgaat?
100% - 22% = 78%  Factor is dan 78 : 100 = 0,78
A
0,22
B
1,22
C
0.78
D
1,78

Slide 5 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 45% bijkomt?
100% + 45% =145% factor is dan 145 : 100 = 1,45
A
0,45
B
1,45
C
0.55
D
1,55

Slide 6 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 45% afgaat?
100% - 45% = 55% dus factor is dan 55 : 100 = 0,55
A
0,45
B
1,45
C
0.55
D
1,55

Slide 7 - Quiz

oude prijs 360 euro factor 1,35.
wat is de nieuwe prijs?
360 x 1,35 = 486
A
359,35 euro
B
126 euro
C
486 euro
D
48,60 euro

Slide 8 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 0,2% bijkomt?
100% + 0,2% = 100,2%   Dan is de factor 100,2 : 100 = 1,002
A
1,02
B
1,002
C
99,8
D
0,998

Slide 9 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 1,8% bijkomt?
100% + 1,8% = 101,8%  Dan is de factor 1,018
A
1,018
B
1,0018
C
99,2
D
0,992

Slide 10 - Quiz

met welk getal moet je vermenigvuldigen als er 0,72% bijkomt?
0,72% +100 %= 100,72% Dan is de factor 100,72 : 100 =1,0072
A
1,072
B
1,0072
C
0,028
D
2,8

Slide 11 - Quiz

als de factor 1,37 is, hoeveel % is
dan bij gekomen of af gegaan?
factor 1,37 x 100 = 137.    137 - 100 = 37  dus er is 37% bijgekomen.
A
0,37 % erbij
B
0,63 % erbij
C
37 % erbij
D
63% erbij

Slide 12 - Quiz

als de factor 0,973 is, hoeveel % is dan bijgekomen of afgegaan?
0,973 x 100 = 97,3.    100 - 97,3 = 2,7. Er is dus 2,7% afgegaan
A
27,5 % erbij
B
27,5 % eraf
C
2,7 % erbij
D
2,7 % eraf

Slide 13 - Quiz

Oude prijs 62,75 euro factor 0,35 Wat is de nieuwe prijs?
62,75 x 0,35 = 21,96
A
103,54 euro
B
40,79 euro
C
84,71 euro
D
21,96 euro

Slide 14 - Quiz

Oude prijs 135 euro factor 1,25. Wat is de nieuwe prijs?
135 x 1,25 = 168,75
A
168,75 euro
B
110 euro
C
101,25 euro
D
33,75 euro

Slide 15 - Quiz

600 bomen. Elk jaar wordt het
10% minder. Hoeveel bomen heb
je dan na 5 jaar?
100% - 10% = 90%. De factor is dan 90 : 100 = 0,9
na 5 jaar is het dan 600 x 0,9^5 = 354,29 
dus ongeveer 354 bomen na 5 jaar nog over.
A
394
B
354
C
966
D
500

Slide 16 - Quiz

Als de factor 1,02 per jaar is, wat is dan de factor na 3 jaar?
1,02 x 1,02 x 1,02 = 1,06
of
1,02^3 = 1,06
A
0,06
B
2,06
C
3,06
D
1,06

Slide 17 - Quiz

Van een sportclub is 16,5% jonger dan 15 jaar. Dat zijn 23 leden. Hoeveel leden heeft de sportclub?
A
139
B
4
C
27
D
65

Slide 18 - Quiz

Tijdens de uitverkoop krijg je op alle spullen 17,5% korting. De schoenen zijn met de korting € 45,45. Hoe duur zijn ze normaal?
A
€53,40
B
40,50
C
€52,88
D
€ 55,10

Slide 19 - Quiz

Maak de exponentiele formule bij de tabel?
A
a=402,5t
B
a=162,5t
C
a=162,5t
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

Welke exponentiële formule hoort bij de gegevens in de tabel hiernaast?

Let op: wat is de beginwaarde?
A
y=5400,85t
B
y=6350,85t
C
y=5401,18t
D
y=6351,18t

Slide 21 - Quiz

De exponentiële formule is
A
y= b+ g^t
B
y= b + g∙t
C
y= b∙g^t
D
y= b∙ g∙t

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste exponentiële formule?
A
y=2x+7
B
y=27x
C
y=7+x2
D
y=72x

Slide 23 - Quiz

De exponentiële formule bij de tabel is:


tijd
0
1
2
3
Bedrag
10
50
250
1250
A
B=1040t
B
B=105t
C
B=1040t
D
B=105t

Slide 24 - Quiz

Kahoot
Zie mail voor link.

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Maak de D-toets.
Schrijf alle uitwerkingen tot aan je antwoord goed op!
Kijk na elke paragraaf je opgaven na.

Klaar? Bereid je voor op de toets.
Lees de samenvatting, je aantekeningen en oefen de herhaling/ examenopdrachten.

Slide 26 - Slide