Paragraaf 14.7: De lever en de nieren

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling paragraaf 14.5/14.6: Luchtkwaliteit en longaandoeningen/Gaswisseling bij dieren

  • Uitleg paragraaf 14.7: De lever en de nieren

  • Zelfstandig werken




Slide 2 - Slide

Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 3 - Quiz

Een ziekte waarbij de longen continu ontstoken zijn, noemen we?
A
COPD
B
Astma
C
Longontsteking
D
Bronchitis

Slide 4 - Quiz

Juist of onjuist?
Astma is een chronische ziekte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij de ziekte astma zijn de luchtwegen vernauwd, onder andere doordat spiercellen in de wand van de luchtwegen zich samentrekken. De ziekte astma is mede erfelijk bepaald.

Bij iemand die aan astma lijdt, bevindt het erfelijke materiaal voor astma zich alleen in de spiercellen van de luchtwegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij COPD is / zijn de ..... kapot
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes

Slide 7 - Quiz

Bronchitis is een ziekte van het slijmvlies dat de binnenkant van de luchtwegen bedekt. Er wordt dan veel slijm gemaakt. Iemand met bronchitis raakt dit slijm moeilijk kwijt. Welk gevolg voor de opname van zuurstof heeft te veel slijm in de luchtwegen?
A
Iemand kan dan beter zuurstof opnemen.
B
Iemand kan dan slechter zuurstof opnemen.
C
Dit heeft geen invloed op de zuurstofopname.
D
Dit heeft alleen invloed op de CO2 opname.

Slide 8 - Quiz

Waarom zijn tracheeën sterk vertakt?
A
Hierdoor hoeft de insect zijn achterlijf niet te bewegen
B
Hierdoor kan er langzaam gaswisseling plaats vinden
C
Hierdoor hebben de tracheeën een groter oppervlakte
D
Hierdoor hoeft er geen lucht ververst te worden

Slide 9 - Quiz

Welke organismen gebruiken stigma's bij de ademhaling?
A
Eencelligen
B
Zoogdieren
C
Insecten
D
Vissen

Slide 10 - Quiz

Bij dit dier vindt gaswisseling plaats via.......
A
Kieuwen
B
Longen
C
Tracheën
D
Huid

Slide 11 - Quiz

Waar vindt bij eencellige dieren de gaswisseling plaats
A
In de celkern
B
In de vacuole
C
Op het celmembraan
D
In de bladgroenkorrels

Slide 12 - Quiz

Onderdeel A heet...
A
Trachee
B
Stigma

Slide 13 - Quiz

Paragraaf 14.7: De lever en de nieren

Slide 14 - Slide

Lesdoel
1. Ik kan de functies van de lever noemen.
2. Ik kan de delen van de nieren en van de urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 15 - Slide

Afvalstoffen worden uitgescheiden van het inwendige naar het uitwendige milieu. De lever en de nieren zijn uitscheidingsorganen. De nieren scheiden ook water uit.

Slide 16 - Slide

Ligging en bloedvaten
* De lever ligt rechtsboven in de 
   buikholte.
*Het ontvangt zuurstofrijk bloed van 
   de leverslagader.
* Via de poortader zijn de darmen 
   verbonden met de lever. De 
   poortader kan (na een maaltijd) 
   veel glucose bevatten.
* Via de leverader stroomt het zuurstofarme  
   bloed weer van de lever weg.

Slide 17 - Slide

Functies van de lever:
* Zet te veel aan glucose in het bloed 
   om in glycogeen en slaat dit op.
* De lever maakt fibrinogeen (plasma-eiwit 
   voor de bloedstolling)
* Produceert gal.
* Breekt afvalstoffen af 
   (o.a. dode rode bloedcellen)
* Breekt overtollige eiwitten af. 
    Hierbij ontstaat de giftige stof 
    UREUM.
* Haalt gifstoffen uit het bloed.

Slide 18 - Slide

Hepatitis
Bij Hepatitis is er een ontsteking van de lever door hepatitisvirus. Er zijn verschillende vormen van het Hepatitisvirus: A, B, C en E 
Hepatitis B

- Via bloed, sperma, vaginaal vocht
- Vaak milde verschijnselen, die vanzelf verdwijnen.
- Kan chronisch worden en en leverontsteking 
  veroorzaken.  Later kan dan  leverkanker of 
  levercirrose ontstaan.

Slide 19 - Slide

De ligging en de bloedvaten
* De nieren liggen in de buikholte achter de 
   lever en de maag. 
* Via de nierslagaders stroomt zuurstofrijk 
   bloed naar de nieren.
   Dit bloed bevat veel veel overtollige stoffen  
   en afvalstoffen
   De nieren verwijderen deze stoffen uit het 
   bloed.
* Via de nieraders stroomt het gezuiverde 
   bloed weer weg uit de nieren

Slide 20 - Slide

Bouw van de nieren

Slide 21 - Slide

Nierschors en niermerg
* Een nier bestaat uit nierschors, 
   niermerg en nierbekken. 
Nierschors en niermerg       
   verwijderen niet alleen afvalstoffen 
   uit het bloed, maar ook overtollig 
   water, zouten en schadelijke 
   stoffen. De verwijderde stoffen 
   samen heten 'urine'
* In het nierbekken wordt de urine 
   verzamelt

Slide 22 - Slide

Samenstelling van urine
Urine bevat water, zouten en afvalstoffen (o.a Ureum)
De samenstelling van urine in niet altijd gelijk.
Als je veel drinkt, bevat de urine veel water en is de urine lichtgeel. Drink je te weinig dan is de urine donkerder van kleur. Ook kunnen er kleurstoffen in de urine zitten.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Lesdoel check!
Kan ik:

- de functies van de lever noemen?
- de delen van de nieren en van de urinewegen noemen met hun kenmerken en functies?

Slide 26 - Slide

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 27 - Drag question

Welk geeft nummer 3 aan?
A
Urineleider
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Nierbekken

Slide 28 - Quiz


A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 29 - Quiz

De onderdelen van de nier zijn van buiten naar binnen:
A
Nierbekken; niermerg; nierschors
B
Nierschors; nierbekken ;niermerg
C
Niermerg ; nierschors; nierbekken
D
Nierschors; niermerg; nierbekken

Slide 30 - Quiz

De longen, lever, huid en nieren zijn uitscheidingsorganen. Welke van deze organen zorgt voor de uitscheiding van alcohol uit je bloed?
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Huid

Slide 31 - Quiz

De longen, lever, huid en nieren zijn uitscheidingsorganen. Welke van deze organen zorgt voor de uitscheiding van water en zout uit je bloed?
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Huid

Slide 32 - Quiz

Huiswerk
Wat:
Paragraaf 14.7: opdrachten 1 t/m 8

Hoe:
Alleen of in tweetallen (fluisteren!)
Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? maak een samenvatting en een begrippenlijst van paragraaf 14.7
timer
20:00

Slide 33 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 34 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 35 - Slide