This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Neem je boek voor je blz. 195
Slide 1 - Slide
Herhaling B1 + B2 Thema 11 Zintuigen
Slide 2 - Slide
Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel
Slide 3 - Quiz
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig
Slide 4 - Quiz
Als een voetballer een bal tegen zijn oog aankrijgt ontstaan er impulsen in je ogen. Je kan dan "sterretjes" zien. Is de druk van de bal voor je ogen een adequate of niet-adequate prikkel?
A
Adequate prikkel
B
Niet-adequate prikkel
Slide 5 - Quiz
Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat
Slide 6 - Quiz
Je werk in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer. De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag
Slide 7 - Quiz
Een zintuig met een hoge drempelwaarde zal eerder reageren op een prikkel dan een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag
Slide 9 - Quiz
Je hebt de hele dag sokken aan. Toch voel je dit niet. Hoe komt het dat je dat niet waarneemt?
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Hoe snel je hersenen een waarneming verwerken
Slide 10 - Quiz
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. - Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. - Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. - Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft. - Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Boris en Caspar
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Anja en Caspar
Slide 11 - Quiz
Waar bevindt zich het lichtzintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond
Slide 12 - Quiz
Waar bevindt zich het smaakzintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond
Slide 13 - Quiz
Waar bevindt zich het evenwichtszintuig?
A
in je neusholte
B
in je oog
C
achter je oor
D
in de mond
Slide 14 - Quiz
Waar bevinden de reukzintuigcellen en de reukharen zich?
A
Onderin de neusholte in het neusslijmvlies
B
Bovenin de neusholte in het neusslijmvlies
Slide 15 - Quiz
Waar bevinden zich warmtezintuigen?
A
alleen in de huid
B
alleen op de tong
C
zowel in de huid als op de tong
Slide 16 - Quiz
Thema 11 Zintuigen
Basisstof 1 Het zintuigenstelsel
Basisstof 2 Tien zintuigen van de mens
Basisstof 3 De ogen
Basisstof 4 De iris en de ooglens
Basisstof 5 Het netvlies
Basisstof 6 De oren
Slide 17 - Slide
5 minuten stil lezen B3
Lees de theorie op blz. 195-196
Als je klaar bent vul je alvast de samenvatting in op blz. 198
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Drempelwaarde
- De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt.
- Als een prikkel zwakker is dan de drempelwaarde, ontstaan er geen impulsen (bv. een zacht geluid)