les 3: 8.3 Spiegelen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom Zb1a

Startklaar

• Zit ik op mijn plek?
• Telefoon in het Zakkie in mijn tas?
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel? Boek deel 2, pen, potlood, gum, geodriehoek/lineaal
• Ben ik stil om te starten met de les?

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Wat zijn de schoolregels?…

Even herhalen!

We gaan herhalen. 

Belangrijk: het antwoord bedenk je voor jezelf. Dat ga je niet door de klas roepen.

Als je een beurt krijgt mag je het antwoord zeggen en uitleggen wat je weet. 

Herhalen

• Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
• Wat is ook alweer een symmetrie-as?
• Wat is een gelijkbenige driehoek?
• Wat is een gelijkzijdige driehoek?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Teken de symmetrie-as

Teken de symmetrie-as

Teken de symmetrie-as

Teken de symmetrie-as

• Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
• Hoe  noemen we dit figuur?

• Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
• Hoe  noemen we dit figuur?

• Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
• Hoe  noemen we dit figuur?

• Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
• Hoe  noemen we dit figuur?

• Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
• Hoe  noemen we dit figuur?

Aan het eind van de les...

... weet je wat een spiegelas is

... kan je een spiegelbeeld tekenen van een figuur

• Wat weet je al?

Hoofdstuk 8.3 vanaf blz 114

Oefenen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie

Rechts zie je de helft van een

lijnsymmetrische figuur.

De verticale lijn is de spiegelas.

De opdracht is: Teken het spiegelbeeld.

Wat hebben we ook alweer geleerd in het filmpje om dit te kunnen doen?

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Uitwerking

Spiegel alle hoekpunten en verbind deze met elkaar.

1. Tel het aantal hokjes van een hoekpunt tot aan de spiegelas.
2. Tel vanaf de spiegelas hetzelfde aantal hokjes de andere kant op.
3. Teken hier een nieuw punt.
4. Doe hetzelfde voor de andere hoekpunten.
5. Verbind de nieuwe punten met elkaar.

Oefenen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Oefenen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Wat: 

Opgave 36, 37, 38 en 39  bladzijde 116. Tekenen met potlood en liniaal! 

We gaan over 10 minuten nakijken. 

Eerder klaar? maak ook de kader opgaves van blz 117 en verder

 

Huiswerk morgen

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Nabespreken werk

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Nabespreken werk

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Nabespreken werk

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting

Aan het eind van de les...

... weet je wat een spiegelas is

... kan je een spiegelbeeld tekenen van een figuur

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?

1. Alleen het vliegtuig.
2. Alleen het verkeersbord.
3. Geen van beide.
4. Allebei.

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 8

Smartrekenen

Beoordeling periode 4:

• Goed: meer dan 3 uur effectief gerekend OF 3 uur gerekend & boven 1F niveau
• Voldoende: 3 uur effectief gerekend
• Onvoldoende: onder 2 uur effectief gerekend. 

Dat betekent: iedere week in de les 30 minuten serieus smartrekenen

Smartrekenen

Ga naar :

• Magister,
• Leermiddelen
• Klik op Smartrekenen VO (de bovenste als er 2 staan)
• Klik op de gele knop links bovenaan. Soms is er een starttoets, soms zijn het alleen oefeningen.  
• Vraag? Vinger in de lucht. Het moet helemaal stil zijn. 

Einde van de les

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Exit ticket