Oefentoets Landschappen - herhaling
1 / 22
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Verwering
Erosie
Sedimentatie
Slide 2 - Drag question
Leg uit wat het verschil is tussen erosie en verwering.
Slide 3 - Open question
Zoek een foto van een jong gebergte.
Slide 4 - Open question
De grens tussen Hoog- en Laag Nederland is vastgesteld op 1 meter boven NAP.
A
Goed
B
Fout
Slide 5 - Quiz
Welke bewering klopt?
A
Zand is kleiner dan grind en klei
B
Grind is kleiner dan zand en klei
C
Klei is kleiner dan zand en grind
Slide 6 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 7 - Drag question
Welke drie rivieren waren heel belangrijk voor de Nederlandse landschap?
A
De IJssel, de Waal,
de Neder-Rijn
B
De Waal, de Donau, de Rijn
C
De Maas, de Rijn,
De Schelde
D
De Maas, de IJssel en de Nijl
Slide 8 - Quiz
Een V-dal is gemaakt door:
A
een lawine
B
een gletsjer
C
mensen
D
een rivier
Slide 9 - Quiz
Welk deel van NL was lang geleden bedekt met ijs?
A
Het zuiden
B
Het noorden
C
Het westen
D
Het oosten
Slide 10 - Quiz
Wat hebben hunebedden met de ijstijd te maken?
A
In de ijstijd maakten mensen Hunebedden
B
Hunebedden hebben niets met de ijstijd te maken
C
Door het ijs vond er veel verwering plaats
D
De zwerfstenen zijn meegekomen met het ijs uit scandinavië
Slide 11 - Quiz
Duinen
Terp
Zwerfkeien
Stuwwallen
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Amsterdam ligt in
A
Laag Nederland
B
Hoog Nederland
Slide 14 - Quiz
Apeldoorn (Oost Nederland) ligt in
A
Laag Nederland
B
Midden Nederland
C
De Veluwe
D
Hoog Nederland
Slide 15 - Quiz
Harderwijk ligt in
A
Hoog Nederland
B
Klein Nederland
C
Groot Nederland
D
Laag Nederland
Slide 16 - Quiz
Welke provincie ligt helemaal in Hoog Nederland
A
Zuid Holland
B
Noord Holland
C
Drenthe
D
Zuid Limburg
Slide 17 - Quiz
Hoe zijn stuwwallen ontstaan?
A
In de tijd van de jagers en verzamelaars door de co2 uitstoot
B
In de tijd van de extreme kou door de oerknal
C
In de ijstijd door de stuwing van meters hoge ijsmassa's
D
In de ijstijd ijsmassa's vanuit Spanje
Slide 18 - Quiz
Veen
Waddenzee
Polder
Reliëf
Stuk land omgeven met dijk waarin de waterstand door de mensen geregeld word.
Hoogteverschillen in het landschappen
Stuk zee langs de kust die regelmatig droogvalt.
Grondsoort die bestaat uit niet vergane plantenresten.
Slide 19 - Drag question
Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder,
3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee,
4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee,
4 = gemaal
Slide 20 - Quiz
Hoeveel % zou onder water staan als NL geen dijken & duinen zou hebben?
A
24%
B
52%
C
66%
D
72%
Slide 21 - Quiz
De heuvels in Zuid Limburg zijn stuwwallen.
A
Waar
B
Niet waar
