This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Bnw = Adjectif
De VORM
Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?
Slide 2 - Slide
4 vormen
-mannelijk enkelvoud
-vrouwelijk enkelvoud
-mannelijk meervoud
-vrouwelijk meervoud
Slide 3 - Slide
Basisregel:
de mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
Slide 4 - Slide
meervoud
mannelijk mv = de mannelijke vorm ENK + S
voor het vrouwelijk mv = de vrouwelijke vorm ENK + S
Slide 5 - Slide
voorbeeld:
m enk = petit
m mv = petit+s
v enk = petit +e
v mv = petite +s
Slide 6 - Slide
voorbeeld:
m enk - bon
m mv - bon + s
v enk - bonne
v enk - bonne + s
Slide 7 - Slide
Geef de vrouwelijk vorm enk van het bijv nw : grand
Slide 8 - Open question
Geef de mannelijke vorm mv van het bijv nw : bleu
Slide 9 - Open question
Geef de vrouwelijk vorm mv van het bijv nw : bleu
Slide 10 - Open question
rouge =
A
alleen
vrouwelijk enkelvoud
B
alleen
mannelijk enkelvoud
C
mannelijk én vrouwelijk
enkelvoud
D
vrouwelijk meervoud
Slide 11 - Quiz
als een bnw eindigt op een -e:
dan komt er dus niet een extra -e bij:
m enk: rouge
v enk: rouge
m mv: rouges
v mv: rouges
Slide 12 - Slide
Geef de mannelijke vorm mv van het bijv nw: gris
Slide 13 - Open question
als een bnw eindigt op een -s:
komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij
Slide 14 - Slide
vieux = oud mannelijk meervoud =
A
vieuxs
B
vieus
C
vieuxes
D
vieux
Slide 15 - Quiz
bovendien: als een bnw eindigt op een -x:
komt er in het meervoud geen -s bij
voorbeeld: vieux (oud)
m-enk: vieux
m-mv: vieux
Slide 16 - Slide
Bijzondere gevallen:
goed/lekker - bon
bon - bonne
bons - bonnes
Slide 17 - Slide
mooi - beau nieuw - nouveau
beau - belle nouveau - nouvelle
beaux - belles nouveaux - nouvelles
Slide 18 - Slide
oud - vieux
vieux - vieille
vieux - vieilles
Slide 19 - Slide
Deze vormen zijn allemaal onregelmatig, maar:
vrouwelijk meervoud = regelmatig : een -s achter het vrouwelijk enkelvoud.
nouvelle - nouvelles
bonne - bonnes
vieille - vieilles
belle - belles
Slide 20 - Slide
la fille est .........
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles
Slide 21 - Quiz
les garçons sont ......
A
beaux
B
belles
C
beau
D
belle
Slide 22 - Quiz
Les femmes ....
A
vieille
B
vieux
C
vieuxes
D
vieilles
Slide 23 - Quiz
Ma jupe est ... et ....
A
belle - nouvelle
B
bonne - vieux
C
vieille - beaue
D
nouveau - belle
Slide 24 - Quiz
De PLAATS
Nederlands: ervoor
de grijze jean
de mooie rok
het interessante boek
Slide 25 - Slide
Frans:
In principe: ACHTER het znw
le jean gris
le livre intéressant
la voiture rapide (de snelle auto)
les croissants chers (de dure croissantjes)
Slide 26 - Slide
Maar:
Er is een rijtje met bnw, die wél ervoor worden gezet.
Dat zijn er wel meer dan deze, maar voor nu leer je deze:
bon, grand, beau
vieux, petit, nouveau
Slide 27 - Slide
Dus dan klinkt het hetzelfde als in het NL
een grote jongen: un grand garçon
een mooie rok: une belle jupe
mijn oude jurk: ma vieille robe
Slide 28 - Slide
Let op:
In de vorige slide zag je 'vieille' en 'belle' die ik voor het znw zette. Deze woorden staan niet in het rijtje, maar horen natuurlijk bij hun basisvorm: vieux en beau. En die staan wél in het rijtje van bnw die voor heet znw komen.