Je kunt uitleggen wat een stroomkring is.
Je weet in welke richting de elektrische stroom loopt.
Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
Je weet hoe je een stroomkring kunt sluiten of onderbreken.
Je weet wat een schakel-schema is.
Je kent de belangrijkste symbolen die je in een schakel-schema gebruikt.