LESSON 1 (2)

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

ENGLISH CLASS

THU

FEB 6

TODAY'S LESSON

• grammar


• vocabulary
• Test Jezelf

TODAY'S GOAL

• you can correctly put relative and demonstrative pronouns in longer texts

PREVIOUS LESSON

GRAMMAR

GRAMMAR

	NL	verwijst naar...
who	wie	personen
whose	wiens	personen, dieren en dingen met bezit
which	welke, dat/die	dieren en dingen of een zinsdeel informatie die je kan weglaten
that	dat/die	personen, dieren en dingen, gebruiken ipv who/which, niet na een komma !
where	waar	plaats

	NL	verwijst naar...
whom	wie	personen na een voorzetsel ( with, about, for, etc. )
∅	∅	weglaten van een betrekkelijk voornaamwoord omdat een ander woord het onderwerp is van de bijzin

GRAMMAR

• Is your uncle Terence the man who/that/∅ I thought was so handsome?
• The chocolate cake, which Jerry made yesterday, has already gone off.

GRAMMAR

• Whose jacket is this? Is it yours?

• Paul is the guy with whom I play tennis.
• Paul is the guy I that/∅ play tennis with.

GET TO WORK

• do exercises 17, 18 and 19 (p. 107-109)
• check your work
• do Test Jezelf lesson 3.1 (online)

GET TO WORK

• do Test Jezelf lesson 3.1 (online)
• finished?

       - do Versterk Jezelf

       - go to the study guide (Magister) and 

          practise with vocab/reading/grammar

TODAY'S LESSON

• grammar
• vocabulary
• Test Jezelf

NEXT LESSON