Quiz Leesdossier

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Leesdossier Quiz

Wat wordt bedoeld met:
de omslag van een boek.

1. Heeft dat niet iets met breien te maken?
2. Dat is het omslaan van een bladzijde.
3. Dat is de kaft van een boek.

Wat wordt bedoeld met:
een citaat.

1. Dat is hetzelfde als een alinea.
2. Dat is een letterlijke uitspraak van iemand.
3. Dat is de eerste zin in een boek.

Wat wordt bedoeld met:
de slotzin van een verhaal.

1. Dat is de laatste zin van een verhaal.
2. Dat is een zin over het thema van het verhaal.
3. Heeft dat niet iets met een kasteel te maken?

Wat wordt bedoeld met:
een scène in een verhaal.

1. Dat is een gebeurtenis in het verhaal.
2. Dat is een hoofdstuk in het verhaal.
3. Dat is de voorkant van een boek.

De oude vrouw maakte zich
zorgen over haar kinderen.

1. Dit beschrijft het innerlijk van de vrouw.
2. Dit beschrijft het uiterlijk van de vrouw.

De man had een donkere, lange jas aan. Zijn blonde haren staken net onder zijn muts uit.

1. Dit beschrijft het innerlijk van de man.
2. Dit beschrijft het uiterlijk van de man.

Wat wordt bedoeld met:
de hoofdpersoon van een verhaal.

1. Dat is de belangrijkste persoon in het verhaal.
2. Dat is de auteur van het verhaal.

Geef een voorbeeld van
een ruimte in een verhaal.

Wat wordt bedoeld met:
een realistisch verhaal.

1. Het verhaal kan niet in het echt plaatsvinden.
2. Het verhaal kan in het echt plaatsvinden.

De jongens zaten allebei
in de examenklas.

1. Dit is een overeenkomst.
2. Dit is een verschil.

Maas speelt piano.
Ik voetbal liever.

1. Dit is een overeenkomst.
2. Dit is een verschil.

Geef een voorbeeld
van een soort relatie.

Leesdossier Quiz