§2 zwanger en bevallen

1 / 34
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Zwanger

Slide 2 - Slide

door de eileider
  • bevruchte eicel begint direct met delen- 2 cellen
  • 2 cellen weer delen = 4 cellen, enz
  • bolletje cellen naar de baarmoeder en zetten zich vast in het baarmoederslijmvlies = innesteling
  • bolletje cellen heet nu embryo
  • de vrouw is zwanger

Slide 3 - Slide

Wat is er anders als een vrouw zwanger raakt?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

 zwangerschap= 40 weken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Na de bevruchting...
Na de bevruchting delen de cellen zich razendsnel, tot er na weken een klein mensje ontstaat. Dat is het wonder van het leven! Als je ongewenst zwanger bent geraakt kan je in Nederland abortus plegen. Je laat het kindje dan weghalen door een arts. Dit is erg emotioneel. Je kindje moet wel niet teveel weken oud zijn. Een heftige beslissing! 

Slide 8 - Slide

8.4 zwangerschap

Slide 9 - Slide

24 weken zwangerschap

Slide 10 - Slide

12.2 Zwanger worden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Zwanger
Vijf tot zeven dagen na de ovulatie vindt de innesteling plaats van de bevruchte eicel.
Als na 28 dagen het baarmoederslijmvlies niet afgestoten wordt, vindt er geen menstruatie plaats.
De vrouw is zwanger.

Na de innesteling: geen menstruatie!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

resusbaby

Als een resusnegatieve moeder zwanger is van een resuspositief kind kunnen er problemen ontstaan. Het bloed van het kind zou in aanraking kunnen komen met het bloed van de moeder bij de bevalling.

De moeder maakt dan aan antistof tegen resuspositief bloed. Deze antistoffen kan zij doorgeven aan een volgend kind tijdens de zwangerschap.

Slide 15 - Slide

Bevalling

Slide 16 - Slide

Indaling (paar week voor bevalling)

Slide 17 - Slide

Bevalling
  • Voor de bevalling daalt de baby in
  • Dan beginnen de weeen
  • Zo wordt de onderkant van de baarmoeder wijder
  • De vliezen breken
  • De spieren trekken samen, het kind wordt naar buiten geperst

Slide 18 - Slide

Bevalling
3 fases

- ontsluiting
- uitdrijving
- nageboorte

Slide 19 - Slide

Bevalling
Na ongeveer 9 maanden volgt de geboorte (bevalling). 

Via de vagina komt de embryo naar buiten.


Fasen van het geboorteproces zijn:
- ontsluiting
- uitdrijving
- nageboorte

Slide 20 - Slide

Ontsluiting
Bevalling begint met weeen: spieren van de baarmoederwand trekken samen, de baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder
Dit heet ontsluiting
Meestal breken dan ook de vruchtvliezen

Slide 21 - Slide

Prenataal onderzoek
= onderzoek voor de geboorte

Met vruchtwaterpunctie of
vlokkentest kun je de
chromosomen onderzoeken.

Slide 22 - Slide

Prenataal onderzoek
  • Echo (geen DNA onderzoek)
  • Vlokkentest
  • Vruchtwaterpunctie


Het DNA van het ongeboren kind kan dan volledig onderzocht worden op afwijkingen

Slide 23 - Slide

wanneer prenataal onderzoek?
  • je ouder dan 35 jaar bent ivm grotere kans op kind met syndroom van Down
  • In de familie erfelijke ziekten voorkomen en jij mogelijk drager bent
  • Hiervoor moet prenataal onderzoek gedaan worden (pre=vóór, nataal=geboorte).

Slide 24 - Slide

Hoe ontstaan tweelingen?

Slide 25 - Slide

Tweelingen 

Slide 26 - Slide

Tweelingen
Eeneiige tweeling: tweeling die uit 1 bevruchtig is ontstaan. Hebben dus precies hetzelfde genotype.

Twee-eiige tweeling: onstaan uit 2 bevruchtingen dus niet hetzelfde genotype.

Slide 27 - Slide

Begrippen

Eisprong                       Moederkoek                   Koolstofdioxide        Bevalling             
Embryo                         Placenta                           Navelstreng                Weeen
Innesteling                  Voedingsstoffen          Vruchtwater               Ontsluiting
Foetus                           Zuurstof                           Vruchtvliezen            Uitdrijving
Zwanger                       Afvalstoffen                   Miskraam                     Nageboorte        Over tijd                       

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

examenvragen
  1. lees eerst de vraag
  2. kun je hem beantwoorden? Doe dat dan
  3. zo niet of bij twijfel gebruik dan de tekst in de inleiding van de vraag
  4. vraag om een tip (kan nu nog)
  5. geef altijd een antwoord, niks opschrijven is altijd fout

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

tips
  • benoem alle onderdelen die je ziet
  • als je dat niet zo snel weet bedenk dan welk proces er bij 1 plaats vindt
vervolg vraag
benoem de processen die plaatsvinden bij P en Q

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

tips
  • Markeer in de tekst hierboven vanaf wanneer de test op zijn vroegst een positieve uitslag kan hebben
  • op de x-as is het aantal weken na de eerste dag van de laatste menstruatie aangegeven.
  • bedenk hoeveel weken er zitten tussen 2 menstruaties. zet een pijlte op de plek in de x-as waar de 2de menstruatie zou beginnen. kies hiermee het juiste antwoord

Slide 34 - Slide