Herhalingsles

Herhaling H2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling H2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Macro & micro
elementen en verbindingen
PSE
Legeringen
Rekenen aan moleculen
atoombouw en -notatie
zuiverheid/ mengsels

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Macroniveau
microniveau

Slide 3 - Slide

Macro = zichtbaar met blote oog
Micro = niet zichtbaar met blote oog, zoals atomen en moleculen.
verbinding en element
  • verbinding = twee verschillende atoomsoorten
  • element = 1 atoomsoort

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het periodiek systeem
  • 118 verschillende atomen. 
  • verdeelt in 18 groepen

  • groep 1: alkalimetalen
  • groep 2: aardalkalimetalen
  • groep 17: halogenen
  • groep 18: edelgassen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Legeringen
  • 'luh-geer-ing'  niet 'leger-ing'
  • Een zuiver metaal, buigt snel.

  • Mengen van metaal met andere stof, vormt een legering.

  • Voorbeelden: 
  • messing, staal, brons, witgoud, soldeertin,...

Slide 6 - Slide

Legeringen ontstaan door het smelten van metalen en dan mengen met andere stoffen.
Rekenen aan moleculen 1
Wat is het massapercentage zuurstof in ethanol?
Massa zuurstof = 16,0 u
Massa ethanol = 46,0 u

Gebruik de formule: 

Slide 7 - Slide

Het berekenen van het massa% gebeurt op dezelfde manier.

Deel / geheel x 100 = massa%
antwoord 1
46,0u16,0ux100=34,8
Antwoord = 34,8 massa%

Slide 8 - Slide

De formule die gebruikt wordt, is de zelfde formule als: deel/ geheel x 100 = massa %

Een atoom is een deel van een molecuul.
Het molecuul is het geheel.


Atoombouw; kern
Kern (nucleus)
Bestaat uit:
Protonen (+) en Neutronen (0)

Enige uitzondering: waterstof (H)
Deze heeft 1 proton in de kern


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw; schillen
In de schillen zitten de elektronen.

K-schil: 2 e-
L-schil: 8 e-
M-schil: 8 e-

Slide 10 - Slide

De schillen om de kern hebben allemaal een andere naam:

K-schil, L-schil, M-schil, alfabetisch verder.
Iedere schil heeft zijn maximale vulling.

K-schil: maximaal 2 elektronen
L-schil: maximaal 8 elektronen
M-schil: maximaal 8 elektronen

e- = elektron
Begrippen
Atoomnummer: aantal protonen in de kern
Massagetal: aantal protonen + neutronen in de kern


Aantal elektronen = aantal protonen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Massagetal en isotopen
atoomsoort
C-12
C-13
C-14
atoomnummer
6
6
6
aantal protonen
6
6
6
aantal elektronen
6
6
6
aantal neutronen
6
7
8
massagetal
12
13
14

Slide 12 - Slide

Sommige atomen hebben hetzelfde aantal protonen (zelfde atoomsoort) in de kern, maar kunnen een ander aantal neutronen hebben. Dit noem je isotopen.

Isotopen, zijn atoomvarianten van de atoomsoort. Die van koolstof zijn:
C-12, C-13 en C-14
Atoomnotitie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

In dit model:
Zwarte bolletjes = C
Witte bolletjes = H

Je kunt niks zeggen over:
Zuiverheid/ mengsels
Alleen over de opbouw van het molecuul.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions