MODTH 2 Elektriciteit

Les Elektriciteit
Module 4 Harsen

1 / 38
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Items in this lesson

Les Elektriciteit
Module 4 Harsen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhalen 
- Haren en verschillende haarafwijkingen

Nieuwe lesstof:
- Elektriciteit
-Verschillende elektrische eenheden
- Elektrische ladingen
- Elektroden



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Formatieve oefentoets

Donderdag 3 oktober
25 MC vragen 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kent het begrip elektriciteit 
Je kunt uitleggen hoe elektriciteit ontstaat. 
- Je kent de begrippen Volt, Watt, Ampère en waar ze voor staan.
- Je kunt de reactie omschrijven van elektroden.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats op het plaatje. 
haarui
talgklier
haarspier
haarschacht

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

zet de juiste haargroeifasen bij elkaar; sleep van links naar rechts
anagene fase
katagene fase
telogene fase
groeifase
rustfase
overgangsfase

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Welke vorm van overbeharing komt enkel voor bij vrouwen?
A
Hypertrichosis
B
Hirsutisme
C
Hypotrichosis
D
Alopecia

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke haarafwijking gaat over kaalheid?
A
hirsutisme
B
hypertrichose
C
alopecia

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we overbeharing bij mannen en vrouwen?
A
Alopecia
B
Hirsutisme
C
Hypertrichose

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Overbeharing bij mannen en vrouwen 
Kale plekken en kaalheid
Overbeharing bij vrouwen
Hirsutisme 
Hypertrichose
Alopecia 

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Elektriciteit

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat is elektriciteit

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Atomen
Atomen zijn kleine bouwstenen van moleculen die nog herkenbare eigenschappen van de stof bevatten.


Atomen zijn opgebouwd uit:
protonen: positief geladen deeltjes in de kern
neutronen: ongeladen deeltjes in de kern
elektronen: negatief geladen deeltjes in de schillen er omheen


Slide 15 - Slide

Elektriciteit kun je alleen begrijpen als je iets meer weet over atomen en elektronen
Elektronen zijn de dragers van stroom

Geladen atomen = ionen
Neutraal (geen lading): er zijn evenveel protonen als elektronen.


Positieve atomen (kationen): er zijn meer protonen als elektronen.

Negatieve atomen (anionen): er zijn meer elektronen als protonen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Elektronen
Deze deeltjes van atomen zijn de dragers van stroom.
De elektronen zorgen voor een stroming.


Meer elektronen -> minpool van batterij of apparaat

Minder elektronen -> pluspool van batterij of apparaat

Slide 17 - Slide

Elektrische energie ontstaat doordat de elektronen zich kunnen verplaatsen in een stof.
Het gebied waar zich meer elektronen (negatieve geladen deeltjes) bevinden heeft een negatieve lading en heet de minpool.
Het gebied waar zich minder elektronen bevinden, heeft een positieve lading en heet de pluspool.

Elektroden: kathode en anode
Een pluspool of een minpool wordt ook wel elektrode genoemd.

Een elektrode is een hulpstuk die stroom geleidt. 

Een negatief geladen elektrode = kathode
Een positief geladen elektrode = anode

KNAP

Slide 18 - Slide

Elektronen zijn altijd in beweging. Ze bewegen zich van een plaats waar veel elektronen zitten naar een gebied waar weinig elektronen zitten. Als gevolg van de elektronenstroom volgt er (altijd tegengesteld) een elektrische stroom.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Ongeladen
Negatief geladen 
Positief geladen 
Protonen
Neutronen 
Elektronen

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Opdracht
Ga naar teams 


opdracht Zoek de paren

Slide 21 - Slide

https://puzzel.org/nl/matching-pairs/play?p=-MTlRmc31Zl09wZrJUob
Eenheden
Bij het onderwerp stroom worden verschillende termen gebruikt. Dat worden eenheden genoemd.
  • Spanning
  • Stroomsterkte
  • Weerstand
  • Frequentie
  • Vermogen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Eenheid spanning 
 = Volt (V)

Spanning is de druk achter het afstoten van elektronen. Hierdoor komen elektronen in beweging.


Lichtnet (230 volt) of batterij (1,5 volt)

Slide 23 - Slide

De elektronen stoten elkaar af, omdat ze allemaal een negatieve lading hebben. De druk die achter het afstoten zit noemen we elektrische spanning.
Hoe meer volt, hoe hoger de elektrische spanning.

Eenheid stroomsterkte = Ampère (A)

Ampere geeft aan hoeveel elektronen in een elektrische geleider bewegen.
 








Slide 24 - Slide

Een elektrische stroom is krachtiger naarmate het spanningsverschil tussen de pluspool en de minpool groter is.
Een zekering is een beveiliging tegen overbelasting van kabels en snoeren. De meeste gebruikte zekeringen zijn 10 tot 16 ampere.
Wanneer je teveel apparaten tegelijkertijd aansluit, raken de leidingen overbelast door een te hoge stroomsterkte. De zekering verbreekt dan de stroomdoorgang. Doordat de stroom uitvalt, wordt beschadiging van de leidingen voorkomen.

Eenheid weerstand =
Ohm (O)

Voortbewegen van stroom door een geleider.
Bijv. koperdraden
hebben heel weinig weerstand.




Slide 25 - Slide

Weerstand is de mate waarin de elektronenstroom weerstand ondervindt in een bepaalde stof.
Deze weerstand is afhankelijk van het materiaal waar de elektronen dor moeten stromen en de dikte van de buis of geleider.
Hoe dunner de buis -> meer weerstand.
Koper geleid goed, porselein niet.

Eenheid frequentie = 
Hertz (Hz)
De hoeveelheid trillingsgolven per seconden.




Slide 26 - Slide

We hebben verschillende trillingsgolven: Laag- Midden- & Hoogfrequente trillingen

Eenheid vermogen =
Watt (W)
Hoeveel energie een apparaat gebruikt of nodig heeft.




Gloeilamp (60 watt) of wasmachine (2000 watt)



Slide 27 - Slide

Het kan belangrijk zijn om te weten hoeveel stroom een apparaat gebruikt. Bijv. als je wilt weten hoeveel apparaten je tegelijkertijd veilig kunt gebruiken.
Hoeveel Watt staat vermeld op het type-plaatje.
Max. capaciteit berekenen:
Watt = Volt X Ampère
Vermogen = Spanning X Stroomsterkte

Hertz
Ohm 
Volt
Watt
Ampere
Span
ning
Stroom
sterkte
Weer
stand
Frequentie
Vermo
gen

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Opdracht
Maak de opdracht

Schema elektriciteit

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Geleiders en isolatoren

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Geleiders

Stoffen waardoor elektriciteit zich kan voortbewegen.
Kleine weerstand -> stroom gemakkelijk doorheen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Geleiders
Goede geleiders van de 1e orde:
- metalen zoals koper, ijzer en goud
Geleiders van de 2e orde:
- edelgassen zoals helium, neon,      argon
- aarde
- elektrolyten: basen, zuren en zouten op gelost in water

Slide 33 - Slide

Geleiders 1e orde zijn de beste geleiders.
De 2e orde geleiden ook maar iets minder goed.
Elektrolyten werken het beste indien zij opgelost zijn in zuiver water.
Aarde is ook een geleider

Isolatoren
Ook wel niet-geleiders genoemd.
Kan geen elektrische stroom doorheen.
Voorbeelden van isolatoren:
  • porselein
  • rubber
  • vetten
  • plastics

Slide 34 - Slide

Het vierkante symbool staat op apparaten die dubbel geïsoleerd zijn; Geïsoleerde draden en geïsoleerde buitenkant .
Dit is verplicht indien er met water gewerkt wordt.
Bijvoorbeeld: koffiezetapparaat buitenkant is plastic

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

Maak de vragen van 
Opdracht Elektriciteit

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 37 - Mind map

This item has no instructions

volgende week stroomsoorten & elektro-apparatuur

Slide 38 - Slide

This item has no instructions