Beeldende vorming - Compositie

Beeldaspect Compositie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beeldaspect Compositie

Slide 1 - Slide

Compositie

Aan het eind van deze les weet je:

- Wat compositie betekent.

- Wat de invloed is van een compositie op je werk.

- Kan je verschillende composities herkennen.

- Kan je een zelf gekozen compositie toepassen.

Tekst
Aan het eind van deze les:
  • Weet je wat compositie betekent.
  • Kan je een compositiegrondvorm herkennen.
  • Kan je zelf een compositiegrondvorm toepassen in je eigen werk.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Compositie
  • Bepalen waar je elementen in een werk neerzet of plaatst.

Slide 4 - Slide

Dat kan op heel veel verschillende manieren, de mogelijkheden zijn eindeloos!


De manier waarop je dat doet noem je de:

  • COMPOSITIEGRONDVORM
  • Wij behandelen er 7

Slide 5 - Slide

Compositie grondvorm

Soort compositie

- Horizontaal

- Verticaal

- Diagonaal


Compositiegrondvormen

(soorten van compositie)

  • Horizontaal
  • Verticaal
  • Diagonaal
  • Centraal
  • Overall
  • Driehoek
  • Symmetrisch
  • En vele anderen...

Slide 6 - Slide

Horizontaal compositie

  • Kijkrichting van links naar rechts, of andersom.
  • Elementen zijn horizontaal geplaatst.

Slide 7 - Slide

Vertikaal compositie

  • Kijkrichting is van boven naar beneden, of andersom.
  • Elementen zijn vertikaal geplaatst.

Slide 8 - Slide

Diagonaal compositie

  • Kijkrichting is van links onder naar rechts boven, of andersom.
  • Elementen zijn diagonaal geplaatst.

Slide 9 - Slide

Centraal compositie

  • Het belangrijkste (het onderwerp) staat in het midden.
  • Je aandacht wordt naar het midden getrokken.

Slide 10 - Slide

Overall compositie

  • De aandacht is nergens op gericht.
  • Elementen verspreid over het hele vlak.

Slide 11 - Slide

Symmetrische compositie
  • Aan beide kanten (bijna) gelijk.
  • Aandacht gaat uit naar het midden, vanuit daar kijk je naar links en naar rechts. (of van boven naar beneden etc.)

Slide 12 - Slide

Driehoek compositie

  • De kijkrichting verspringt in de vorm van een driehoek
  • De belangrijkste onderwerpen zijn in een driehoek geplaatst.


Slide 13 - Slide

Welke compositie hoort bij welk plaatje?
Diagonaal
Vertikaal
Horizontaal
Centraal
Overall
Driehoek
Symmetrisch

Slide 14 - Drag question

Welke compositie hoort bij welk kunstwerk?
Horizontaal
Verticaal
Diagonaal
Centraal
Overall
Driehoek
Symmetrisch

Slide 15 - Drag question

En vele anderen....
  • Ritmisch
  • Asymmetrisch
  • Dynamisch
  • Statisch

Slide 16 - Slide

Opdracht
  • Knip uit kranten/tijdschriften/folders 10 plaatjes uit van eenzelfde onderwerp. Bijvoorbeeld: 10 auto’s, 10 parfumflesjes of 10 personen. Knip de plaatjes netjes rondom uit. Dit mogen geen vierkante plaatjes zijn! Heb je niets in huis waar je iets uit kunt knippen? Teken dan zelf 10 plaatjes in hetzelfde thema en knip die uit, bijvoorbeeld 10 kledingstukken. 
  • Schrijf op een kladblaadje de 7 soorten composities op die deze les zijn behandeld. Deze woorden knip je los van elkaar. (Horizontaal, verticaal, diagonaal, centraal, overall, driehoek, symmetrisch)
  • Op een egale (witte) ondergrond ga je nu met de 10 uitgeknipte plaatjes de 7 verschillende composities leggen. Bij iedere compositie leg je het juiste woord. Je maakt van iedere compositie een foto met je telefoon. (Je plakt de plaatjes dus niet op!) Zorg dat je in de foto kunt zien welke compositie het is. 
  • Heb je alle composities gelegd en gefotografeerd? Dan mogen je foto's naar je docent. Dat gaat via kunstportfolio, mail of google classroom, afhankelijk van welke docent je hebt. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Let op
  • Zorg dat je 10 plaatjes hebt binnen hetzelfde thema, ze mogen wel allemaal anders zijn en afwijken in formaat.
  • Zorg ervoor dat je de plaatjes netjes uitknipt en dat dit dus geen vierkante plaatjes zijn. Als je zelf plaatjes tekent dat moet het ook netjes getekend zijn. 
  • Maak je foto's goed van boven, met voldoende licht en zonder schaduwen. Zorg dat je foto's scherp zijn. 
  • Je kunt losse bestanden inleveren of de bestanden samen voegen in een Google presentatie of document. 
  • Let op instructie van je eigen docent over WAAR je de opdracht inlevert. Dit zal hetzelfde zijn als je vorige opdracht. 

Slide 19 - Slide