Leefstijl thema 4 leerjaar 1 afsluitende les

Leefstijl

Je keuze uitleggen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leefstijl

Je keuze uitleggen

Slide 1 - Slide

Spelregels
1. Je kiest bij iedere vraag een klasgenoot

2. Je noemt ook de reden (want...........)

Doel is een positieve sfeer!


Slide 2 - Slide

Wie maakt de meeste selfies?

Slide 3 - Open question

Wie is het intelligentst?

Slide 4 - Open question

Wie is de drukste leerling van de klas?

Slide 5 - Open question

Wie is de braafste leerling van de klas?

Slide 6 - Open question

Wie is de grootste slijmbal?

Slide 7 - Open question

Met wie zou je het liefst willen ruilen?

Slide 8 - Open question

Wie leeft het gezondst?

Slide 9 - Open question

Wie organiseert het leukste feest?

Slide 10 - Open question

Wie bel je als eerste als je een probleem hebt?

Slide 11 - Open question

Met wie kun je het
best een ruzie oplossen?

Slide 12 - Open question

Wie overleeft het langst op een onbewoond eiland?

Slide 13 - Open question

Wie is het liefst?

Slide 14 - Open question

Wie wil het liefst al volwassen zijn?

Slide 15 - Open question

Wie heeft altijd goede zin?

Slide 16 - Open question

Wie komt het vaakst
als laatste binnen?

Slide 17 - Open question

Wie is het meeste te vertrouwen?

Slide 18 - Open question

Wie is het beste in vriendschappen?

Slide 19 - Open question

Wie kan het slechtst tegen kritiek?

Slide 20 - Open question

Wie is het brutaalst?

Slide 21 - Open question

Wie kleedt zich het best?

Slide 22 - Open question

Wie gebruikt de meeste scheldwoorden?

Slide 23 - Open question

Wie zou de beste minister president van Nederland zijn?

Slide 24 - Open question

Wie heeft is later het rijkst?

Slide 25 - Open question

Wie overleeft het langst op de Noordpool?

Slide 26 - Open question

Wie is het meest beleefd?

Slide 27 - Open question

Wie is het meest verslaafd aan zijn/haar telefoon?

Slide 28 - Open question

Wie gaat het helemaal maken?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide