Les 6 H1 Wat vind ik normaal?

• maatschappelijke zorg
• MBO
• Studiejaar 1

Wat vind ik normaal?

Les 4

Waar komen regels vandaan?

Waar veel mensen samenleven, zijn regels nodig.

Om ervoor te zorgen dat het leven soepel verloopt. 

Geschreven regels.

Regels in de wet: je niet mag stelen of geen geweld gebruiken. 

 

Ongeschreven regels. 

Regels hoe mensen zich op een normale manier moeten gedragen in de samenleving.

Zowel de geschreven als de ongeschreven regels zijn gebaseerd op waarden. 

Opvatting: 

Ik mag geheimen hebben. Ik hoef niet alles te zeggen wat ik denk of vind.

Waarde: 

respect voor privacy

Regel: 

Het is verboden om zonder toestemming iemands privémail of appberichten te bekijken.

Opvatting: 

Iedereen mag zijn wie hij is.

Waarde: 

tolerantie

Regel: 

Je pest een ander niet omdat hij anders is.

Opvatting: 

Elk leven is evenveel waard.

Waarde: 

gelijkwaardigheid

Regel: 

Iedereen heeft recht op gezondheidszorg.

Hoe komen regels tot stand?

Belangrijke Nederlandse waarden zijn:

Vrijheid: 

geloof, mening, levensstijl, recht op vereniging, zelfbeschikking

Gelijkwaardigheid: 

gelijke behandeling, verbod op discriminatie

Solidariteit en werk: 

elkaar helpen, bestaanszekerheid, werk

Oneens?

Bestaanszekerheid: 

er zijn uitkeringen en zorg- en huurtoeslagen voor mensen die niet genoeg geld kunnen verdienen, maar sommigen vinden dat daardoor mensen niet uitgedaagd worden om te gaan werken

Vrijheid van geloof: 

Tweede Paasdag is een vrije dag, maar moet het Suikerfeest niet ook een vrije dag zijn?

Gelijke behandeling: 

mannen en vrouwen hebben recht op hetzelfde salaris in dezelfde functie maar mannen krijgen vaak meer betaald dan vrouwen.

Populaire waarden wereldwijd

Tussen culturen bestaan veel verschillen maar in de hele wereld streven mensen naar hetzelfde. Deze waarden zijn wereldwijd populair:

Eerlijkheid	Gelijkheid
Liefde	Rechtvaardigheid
Respect	Veiligheid
Verdraagzaamheid	Vrede
Vriendelijkheid	Vrijheid

Luister, samenvatten en doorvragen

Luisteren

Je luistert actief. Dat doe je door bijvoorbeeld oogcontact te houden, te hummen ('hmm, hmm', 'oké' of 'ja?') en af en toe te knikken. Je laat daarmee merken dat je geïnteresseerd bent.

Samenvatten

Check af en toe of je de ander nog goed begrijpt. Bijvoorbeeld: – Als ik het goed begrijp, zeg je …

Doorvragen

Als je zeker weet dat je de ander begrijpt, stel dan een vraag die aansluit bij het laatste dat gezegd is. Bijvoorbeeld: – Jouw cultuur is anders zeg je. Wat is dan anders?

Huiswerk

Hoofdstuk 1.3

opdracht 1, 2, 3 & 4

Ga met je duo aan de slag voor je portfolio opdracht!

Deze presenteer je in de week van 15-11-2021/19-11-2021