14 mei: les 61

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom klas!

Op tafel:

- map > Cornell

- pen

- Kern

Welkom klas

Telefoon in het zakkie.

Jas uit en over je stoel.

Op tafel:

- map > Cornell

- pen

- Kern

Welkom klas

Telefoon in het zakkie.

Jas uit en over je stoel.

Vandaag dinsdag 14 mei: 

1. Huiswerk nakijken 

2. Uitleg KERN 61 + aantekeningen maken.

3. Zelfstandig werken.

Vraag: 

De Albert Heijn zoekt scholieren om na school bij hen te werken. Schrijf op welke aanhef je gebruikt en wat is de eerste zin (de aanleiding) is. 

Vraag: 

De Albert Heijn zoekt scholieren om na school bij hen te werken. Schrijf op welke aanhef je gebruikt en wat is de eerste zin (de aanleiding) is. 

Mogelijke aanhef:

Vraag: 

De Albert Heijn zoekt scholieren om na school bij hen te werken. Schrijf op welke aanhef je gebruikt en wat is de eerste zin (de aanleiding) is. 

Mogelijke aanhef:

Beste meneer, mevrouw, (als je niet weet wie je aanspreekt) 

Beste meneer Van der Laan, 

Beste mevrouw Korthuis, 

Vraag: 

De Albert Heijn zoekt scholieren om na school bij hen te werken. Schrijf op welke aanhef je gebruikt en wat is de eerste zin (de aanleiding) is. 

Mogelijke aanleiding:

Vraag: 

De Albert Heijn zoekt scholieren om na school bij hen te werken. Schrijf op welke aanhef je gebruikt en wat is de eerste zin (de aanleiding) is. 

Mogelijke aanleiding:

In de Albert Heijn aan de Grote Marktstraat zag ik een advertentie voor scholieren hangen. 

1: Werkblad les 38 inleveren

Uitleg bij KERN 61

Aantekeningen maken

Onderwerp: 

Aanwijzend voornaamwoord (les 61)

Vak: Nederlands

Datum: 14 mei 2024

Eerst een voorbeeld

Aantekeningen

Sleutelwoord 1: het-woorden

Sleutelwoord 2: de-woorden

Schrijf de aanwijzend voornaamwoorden 'dit', 'dat', 'deze' en 'die' bij 'aantekeningen'.

Schrijf 'dichtbij' en 'ver weg' bij het juiste aanwijzend voornaamwoord bij 'aantekeningen'.

Weet je niet welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort? Kies dan voor ‘de’. Dan heb je de meeste kans.

Probeer te horen of je weet welk lidwoord bij het zelfstandig naamwoord hoort. 

Dit later uitleggen. 

Oefenen met lesstof

>>Werk in tweetallen. 

>> 4 vragen.

Schrijf de antwoorden op in je map. 

Vraag 1. 

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Het roze olifantje staat in de wei. 

... olifantje staat in de wei. 

Vraag 1. Antwoord

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Het roze olifantje staat in de wei. 

dit/dat/die/deze olifantje staat in de wei. 

• dit / dat

1. Welk aanwijzend voornaamwoord hoort erbij (T1): Het roze olifantje

Vraag 2. 

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

De les Nederlands is vandaag op het tweede uur. 

... les Nederlands is vandaag op het tweede uur. 

Vraag 2. Antwoord

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

De les Nederlands is vandaag op het tweede uur. 

dit/dat/die/deze Nederlands is vandaag op het tweede uur. 

• die / deze

2. Welk aanwijzend voornaamwoord hoort erbij: De les Nederlands.

Vraag 3. 

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Die leraar vind ik te streng, maar .... vind ik heel aardig.

Vraag 3. Antwoord

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Die leraar vind ik te streng, maar .... vind ik heel aardig.

Die leraar vind ik te streng, maar die / deze/ dat / dit vind ik heel aardig.

• deze
• Aan het begin staat die leraar > dus 'de' leraar. 
• Leraar is dichtbij. 

3. Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in (T2)
Die leraar vind ik te streng, maar .... vind ik heel aardig.

Uitleg

Die leraar vind ik te streng, maar deze vind ik heel aardig.

- De leraar heeft 'de' als lidwoord.

- Leraar is dichtbij. 

4. Het horloge van mijn broer vind ik wat suf. ...... hier vind ik veel mooier.

1. Dit
2. Dat
3. Deze
4. Die

Uitleg

Dit hier vind ik veel mooier.

Je verwijst met dit. Het horloge is namelijk dichtbij, want er staat 'hier'. 

Vraag 4. 

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Het horloge van mijn broer vind ik wat suf. ...... hier vind ik veel mooier.

Vraag 4. Antwoord

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: 

Het horloge van mijn broer vind ik wat suf. ...... hier vind ik veel mooier.

• dit
• Aan het begin van de zin staat 'het' horloge.
• Het horloge is namelijk dichtbij, want er staat 'hier'.

Zelfstandig werken

Wat?	Maak vraag 1 op bladzij 126.
Hoe?	Lees de uitleg in het vak 'Belangrijk'. Overleg met je buurman of buurvrouw.
Klaar?	Ga verder met het huiswerk: vraag 5 bij KERN 61.

Huiswerk donderdag 16 mei

Les 61, opdracht 1 en 5.