Onweer

• Wereldoriëntatie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Donder en bliksem

Wat ga je vandaag leren?

• Hoe onweer onstaat
• Hoe een bliksemafleider werkt
• Wat je wel en niet moet doen bij onweer

Onweer in de Nederlandse taal

Ken je de volgende spreekwoorden en gezegden? 

Daar kun je donder op zeggen

1. Daar ben ik het helemaal mee eens
2. Daar kun je op rekenen
3. Dat klopt helemaal niet
4. Dat kun je harder zeggen

De boel is naar de bliksem

1. Alles is statisch geladen
2. Alles is weer gemaakt
3. Alles is verloren
4. Alles is naar huis

Hij heeft een donderstem

1. Hij is schor
2. Hij heeft een harde, luide stem
3. Hij heeft geen stem meer over
4. Hij hoest hard

Een bliksemactie

1. Een snelle actie
2. Een harde actie
3. Een felle actie
4. Een verloren actie

Daar heb je het gedonder al

1. Daar begint het onweer
2. Daar heb je de protestactie
3. Kijk uit, het dondert!
4. Daar zijn de problemen

Als bliksemafleider fungeren

1. De schuld op zich nemen
2. Graag geraakt worden door de bliksem
3. Mensen afleiden van hun werk
4. Jongleren als het onweert

Als een donderslag bij heldere hemel

1. Heel plotseling, onverwacht
2. Iets dat helemaal niet kan
3. Heel hard praten
4. Onweer in de zomer

Er is donder aan de lucht

1. Iemand praat heel hard
2. Het onweert heel hard
3. Er komen problemen aan
4. De lucht is vervuild

Hoe ontstaat onweer?

Kijk het filmpje

1. In een wolk zitten water- en ijsdeeltjes
2. Deeltjes wrijven tegen elkaar 
3. Lichte ijsdeeltjes raken positief geladen, zwaardere waterdeeltjes raken negatief geladen
4. Positieve en negatieve deeltjes trekken elkaar aan 
5. Er ontstaat bliksem in de wolk
6. Spanning in de wolk wordt steeds groter 
7. Bliksem slaat in op de positief geladen aarde

Bekijk de video over de bliksemafleider

Bekijk de video over de werking van een bliksemafleider 

  Wat moet je doen als het onweert?

Kijk mee

Wel doen

• je klein maken, op je hurken met je hoofd tussen je knieën
• schuilen in een auto 
• naar binnen

Niet doen

• op het water 
• op een open plek
• onder een boom schuilen
• fietsen

Quiz

Wie heeft het beste opgelet?

Warme, vochtige lucht stijgt op

1. waar
2. niet waar

Wolken bestaan uit regendruppels

1. waar
2. niet waar

Door wrijving in een wolk ontstaat bliksem

1. waar
2. niet waar

Doordat waterdruppels zwaarder zijn dan ijs, raken ze door wrijving positief geladen

1. waar
2. niet waar

De aarde is negatief geladen

1. waar
2. niet waar

Hoe heet is een bliksem?

1. 300 graden Celsius
2. 3000 graden Celsius
3. 30.000 graden Celsius
4. 300.000 graden Celsius

Waar zal de bliksem inslaan?

1       2                   3                              4

1. 1 Erasmusbrug
2. 2 Euromast
3. 3 toren van Koolhaas
4. 4 zendmast

Waar wordt een bliksemafleider van gemaakt?

1. ijzer
2. koper
3. brons
4. staal

Hoe diep gaat een bliksemafleider de grond in?

1. 30-40 meter
2. 3-8 meter
3. 8-15 meter
4. 18-30 meter