Oefentoets klassikaal

Stel een vraag over de lesstof, over iets dat je nog niet begrijpt.
1 / 18
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stel een vraag over de lesstof, over iets dat je nog niet begrijpt.

Slide 1 - Open question

Welke zinnen over de directe democratie zijn waar?
A
In een directe democratie stemmen mensen voor of tegen een plan.
B
Athene was een directe democratie.
C
Nederland is in onze tijd een directe democratie.
D
Er wordt gestemd op mensen die namens het volk het land besturen.

Slide 2 - Quiz

Leider van het Romeinse Rijk in de tijd van de Republiek.
Grens van het Romeinse Rijk, in Nederland de Rijn.
Verhaal over goden en verzonnen wezens.
Paus
Senaat
Limes
Consul
Republiek
Mythe

Slide 3 - Drag question

Wat is de beste uitleg van het begrip 'senaat'?
A
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van het Romeinse Rijk. In de Senaat zaten consuls.
B
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van Athene. In de Senaat zaten de burgers die stemrecht hadden.
C
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van het Romeinse Rijk. In de Senaat zaten rijke, oude mannen.
D
Vergadering waarin alle belangrijke beslissingen werden genomen over het bestuur van de Griekse stadstaten. In de Senaat zaten geen vrouwen, slaven en vreemdelingen.

Slide 4 - Quiz

Horen de zinnen bij de democratie van het oude Athene of bij de democratie van Nederland in onze tijd?

Slide 5 - Slide


Vrouwen mogen stemmen
A
Nederland
B
Athene

Slide 6 - Quiz

Tijdens de verkiezingen worden de mensen gekozen die het bestuur van het land regelen
A
Nederland
B
Athene

Slide 7 - Quiz

De mensen die mogen stemmen, besturen met zijn allen het land
A
Nederland
B
Athene

Slide 8 - Quiz

Directe democratie
A
Nederland
B
Athene

Slide 9 - Quiz

De grieken zetten maskers en beelden van Griekse goden op het toneel. Ze geloofden dat de goden dan zorgden dat de acteurs hun tekst niet vergaten.
Veel Griekse toneelstukken gingen over de goden.
Waar
Niet waar

Slide 10 - Drag question

Griekse toneelstukken waren altijd vreselijk serieus. 
De acteurs waren altijd mannen. Vrouwelijke acteurs bestonden niet in Griekenland.
Waar
Niet waar

Slide 11 - Drag question

Waar kun je het beste graven naar Romeinse resten?
A
A
B
B
C
C

Slide 12 - Quiz

De kans dat je iets vindt, is het kleinst op plaats
A
A
B
B
C
C

Slide 13 - Quiz

Het Romeinse rijk heeft verschillende besturen gehad. Wat is de juiste volgorde in de tijd?
A
Republiek, keizerrijk, koninkrijk
B
Koninkrijk, keizerrijk, republiek
C
Republiek, koninkrijk, keizerrijk
D
Koninkrijk, republiek, keizerrijk

Slide 14 - Quiz

Wie horen er niet binnen de Romeinse republiek?
A
Consul
B
Senator
C
Keizer
D
Koning

Slide 15 - Quiz

Waarom hadden de Grieken kolonies?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Waarom werd de man op de vorige afbeelding vermoord?
A
Zijn zoon wilde meer macht, daarom liet hij hem vermoorden.
B
Hij heeft de consuls vermoord. Zijn vrienden nemen wraak.
C
Hij verliest steeds de oorlog. Dit is zijn straf.
D
Een aantal senatoren zijn bang dat hij koning wil worden.

Slide 18 - Quiz