Week 38 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Welkom

bij 

Nederlands

Wat gaan we doen vandaag?

• Lezen
• Gedicht van de week
  
• Spellingboekje
• Aan de slag!

Gedragsdoelen

• Je bent stil als iemand anders aan het woord is
• Als je samenwerkt, doe je dat op fluistertoon
• Je bemoeit je niet met klasgenoten 

En nu lekker lezen!

Raadgedicht van de week

Oplossing: verstoppertje

Spellingboekje

Maak opdracht 5 (beide!)

Antwoorden

a. rijke

b. dunne

c. wijze

d. rubberen

e. lage

f. negatieve

Antwoorden

a. We moeten alle oude spullen weggooien.

b. Sander wil een draadloze koptelefoon kopen.

c. Straks ga ik een ijsje halen in de stad.

d. De bakker heeft verse broden gebakken.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

Lesdoelen 

• Je weet wat een feit is,
• je weet wat een mening of standpunt is,
• je weet wat een argument is en
• je kunt ze allemaal herkennen in een tekst!

Lesdoelen 

• Je weet wat een feit is
• Je weet wat een mening is
• Je weet wat een argument is

Lesdoelen 

• Je weet wat een feit is
• Je weet wat een mening is
• Je weet wat een argument is

Belangrijk!

Dus 'reden waarom' en niet 'ruzie' of 'discussie'!

Geef een feit over
Yuverta Horst

Geef een mening over
Yuverta Horst

Geef een argument bij:
"TikTok moet verboden
worden."

Feit

Mening

Argument

Objectief

Subjectief

Kun je bewijzen of controleren.

Is niet te bewijzen of controleren.

Signaalwoorden: 'ik vind', 'volgens mij'

"De film draait nu in de bioscoop."

"Dat is een leuke film, want ik hou van comedy's."

Kan verschillen van persoon tot persoon.

Herken je aan woorden als: 'want', 'namelijk' en 'omdat'

Een uitleg waarom je iets vindt

"Dat is een leuke film, want ik hou van comedy's"

Ik heb de lesinhoud begrepen.

😒🙁😐🙂😃

Wat?

Cursus 1 Meer dan lezen

§ 6 Feit, mening, standpunt en argument

Hoe? Zelfstandig

Tijd? Tot 5 minuten voor einde les

Resultaat? Je hebt geoefend met feiten, meningen en argumenten

Klaar? Kijk je werk na

Niet klaar? Huiswerk! 

Bk	Kgt
Opdracht 1, 2 en 4	Opdracht 1, 2 en 3