Opdracht: Vakantie in 3 Zinnen
Doel: Oefenen met korte, pakkende zinnen en creatief schrijven.
Schrijf drie zinnen over je voorjaarsvakantie:
1. De eerste zin moet een feit zijn (bijvoorbeeld: "Ik ben naar het centrum van een stad geweest.").
2. De tweede zin moet een gevoel beschrijven (bijvoorbeeld: "Het was superleuk, maar ik was kapot na een lange dag.").
3. De derde zin moet iets grappigs of verrassends bevatten (bijvoorbeeld: "Mijn vader kocht een spijkerbroek en die was goedkoper dan die van mij!").