Ridders en Monniken

Tijdvak 2 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Tijdvak 2 

Slide 1 - Slide

De 10 tijdvakken 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
-Voorstellen
-Intro opdracht over tijdvakken
-Tijdvak 1 & 2

Slide 3 - Slide

Waarom is geschiedenis belangrijk?

Slide 4 - Open question

Tradities
Begrip voor andere generaties
Het maakt je wereldburger

Slide 5 - Slide

Zet de tijdvakken in goede volgorde



Slide 6 - Slide

Tijdvakken
Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van jagers en boeren
Tijd van monniken en ridders
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van pruiken en revoluties
Tijd van regenten en vorsten
Tijd van steden en staten
Tijd van televisie en computers
Tijd van wereldoorlogen
Jaartallen
1000-1500
500-1000
-- 3000 v.Chr.
-3000- 500
1600-1700
1700-1800

1950- heden
1800-1900
1500-1600
1900-1950

Slide 7 - Slide

1. Tijd van jagers en boeren
2.Tijd van Grieken en Romeinen
3.Tijd van de monniken en ridders
4. Tijd van steden en staten
5. Tijd van ontdekkers en hervormers
6. Tijd van regenten en vorsten
7. Tijd van pruiken en revoluties
8. Tijd van burgers en stoommachines
9. Tijd van wereldoorlogen
10. Tijd van televisie en computers
-3000 v.Chr.
-3000 v.Chr. - 500
500- 1000
1000-1500
1500-1600
1600-1700
1700-1800
1800-1900
1900-1950
1950- heden 

Slide 8 - Slide

Tijdvak 1 & 2

Slide 9 - Slide

Tijdvak 1
Wat betekent prehistorie?
Pre betekent letterlijk -voor. Dus voor dat de geschiedenis begon. Wanneer begon de geschiedenis nou? Toen men begon te schrijven!

Slide 10 - Slide

Primaire bronnen

Slide 11 - Slide

kenmerk 1
De levenswijze van jagers en boeren:
-Jagen en verzamelen
-Strikte rolverdeling
Wat deden jagers en verzamelaars zoal?
Dit was een periode van hard werken. Mensen gingen op jacht en verbouwden eten om in leven te blijven. Wanneer het eten op was, trokken ze verder.

Slide 12 - Slide

kenmerk 2
De agrarische revolutie= Neolitische revolutie

van nomaden naar boeren--> 

De mensen gingen op een plek wonen

Slide 13 - Slide

Wat zie je hier?
Het irrigatiesysteem wat de Egyptenaren ontdekten

Slide 14 - Slide

Men kon overgebleven producten verhandelen. Er ontstonden zo sociale verschillen. Hoe?

Slide 15 - Slide

Kenmerk 3: ontwikkeling van de steden
Niet iedereen hoefde meer voor eten te zorgen. Dus zij konden andere dingen doen. Handelen of een ander ''beroep'' kiezen. Ze gingen bij elkaar wonen in een stad.
kenmerken:  
- Ontdekking schrift
-Nog meer specialisatie
-Ontstaan sociale verschillen
-Ontstaan koninkrijken 



Slide 16 - Slide

Opdracht
wat: Maak opdracht 3 & 4 van je werkboek
Hoe: werkboek
Hulp: Met behulp van je buurman 
Tijd: 20 minuten
Uitkomst: Opdracht 3 & 4


Slide 17 - Slide

Tijdvak 2
-3000-500

Slide 18 - Slide

Grieken en Romeinen

Slide 19 - Mind map

Democratie
Democratie
De Grieken hadden de eerste vorm van een democratie.  In een volksvergadering kwamen soms wel 6000 mensen bij elkaar, in een zogenaamde ekklesia. 
-3000-500

Griekse beschaving

Slide 20 - Slide

Socrates
Hij was de eerste filosoof van de oudheid en keek kritisch naar de democratie. 
Plato
Hij was de leerling van Socratus
Hippocrates
De belangrijkste arts uit die tijd

Slide 21 - Slide

Hellenisme

Slide 22 - Slide

De Romeine versus de Germanen
wanneer kwamen de Romeinen in beeld?
Vanaf de vijfde eeuw voor Christus. Vanaf de Tweede eeuw namen ze de Grieken over.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat betekent romanisering?

Slide 27 - Open question

opdracht
Wat: Zoek een plaatje op van een voorbeeld van romanisering
Hoe: Met behulp van pc, telefoon
Staat dit er nog steeds? (wie, wat, waar - vragen) Waarom is dit romanisering
Hulp: Doe dit met een klasgenoot
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Verslagje over romanisering



Slide 28 - Slide


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Tips en tops

Slide 32 - Slide


Slide 33 - Open question