les 4

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je schrift en etui op tafel leggen.
Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik doelen vorige les/week.   
Uitleg nieuwe doelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog/al?
Bedenk eerst zelf de antwoorden voor de onderstaande vragen 
en bespreek ze vervolgens per tweetal.
Daarna delen we de antwoorden klassikaal.

-Je kent de volgorde van hoofdgroep naar soort.
-Je kunt de cel-kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
-Je kunt soorten en rassen onderscheiden. 
-Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 
-Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk. 


Slide 3 - Slide

Welke vragen waren lastig?
2 en 5  (vraag 5 gaat over de 6 stammen van blz 186 en 187)

Andere vragen fout en nog niet duidelijk waarom?  
Of snap je een vraag nog niet?  
Vraag dan zo tijdens het maken van de opdrachten nog even om extra uitleg.

Slide 4 - Slide

Nieuwe leerdoelen deze week: 
-Je kunt planten indelen in acht stammen. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten. 

-Je kunt de stappen van een natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven. 
-Je kent verschillende typen natuurwetenschappelijk onderzoek. 
-Je kunt een onderzoek uitvoeren volgens een werkplan. 
-Je kunt een of meer conclusies trekken die antwoord geven op de onderzoeksvraag. 
 
Voor vwo ook: 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vier groepen geleedpotigen. 
 

Slide 5 - Slide

-Je kunt planten indelen in acht stammen. 

Slide 6 - Slide

-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten. 
Kenmerken van vaatplanten: ze hebben wortels, stengels en bladeren en bevatten vaten (voor transport)

Vaatplanten kun je verdelen in zaadplanten en sporeplanten.
Zaadplanten hebben bloemen (zie je soms niet) vruchten en zaden.
Voorbeelden:..
Sporenplanten  hebben geen bloemen en zaden maar sporen 
Voorbeelden:..

Slide 7 - Slide

-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren. 
Wieren (algen): voor alle wieren geld
-De meeste wieren groeien in het water. Ze hebben daardoor geen wortels en geen stengels nodig.
-Wieren hebben geen bladeren, stengels en bloemen.
-Voortplanting door deling en soms door sporen.

Groenwieren
-Zelfde kenmerken als de wieren en ze hebben bladgroenkorrels. 
-Ze kunnen eencellig  ofg meercelling zijn.
Voorbeeld eencellig:..... en meercellig:..

Slide 8 - Slide

Havo gaat aan het werk.
-Lezen / bestuderen: de tekst van Basisstof 4 en van  leren onderzoeken 1, 2 en 3   
-Maken: B4 opdr 1 t/m 10 en leren onderzoeken opdr 1, 2 en 3 
-Antwoorden van de opdrachten controleren  
-Formatief toetsen van de leerdoelen met 
  • de flitskaarten en 
  • de test je zelf.

Slide 9 - Slide

-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vier groepen geleedpotigen. 
Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet als een soort pantser om zich heen. De poten van geleedpotigen zijn geleed. Dat betekent dat ze zijn opgebouwd uit kleine stukjes: de leden.

Ook het lichaam van geleedpotigen is opgebouwd uit ‘stukjes’: de segmenten. Deze lichaamsbouw noem je gesegmenteerd.
Bij veel geleedpotigen, zoals insecten, bestaat alleen het achterlijf uit segmenten. 
Bij veelpotigen bestaat het hele lichaam uit segmenten. 


Slide 10 - Slide

-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vier groepen geleedpotigen. 
zespotigen: hebben 6 poten, bijvoorbeeld insecten.
Insect heeft kop-borststuk-achterlijf

Kreeftachtigen: 10 of meer poten

Veelpotigen: hele lichaam bestaat uit segmenten, aan elk segment zitten poten.
aantal poten hangt af van aantal segmenten.

Gifkakigen: (spinnen) hebben 8 poten.

Slide 11 - Slide

timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt planten indelen in acht stammen. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren. 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten. 
-Je kunt de stappen van een natuurwetenschappelijk onderzoek beschrijven. 
-Je kent verschillende typen natuurwetenschappelijk onderzoek. 
-Je kunt een onderzoek uitvoeren volgens een werkplan. 
-Je kunt een of meer conclusies trekken die antwoord geven op de onderzoeksvraag. 
 
Voor vwo ook: 
-Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vier groepen geleedpotigen. 

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van Basisstof 4, Leren onderzoeken 1,2 en 3 en voor vwo ook Basisstof 8 
-Te maken: B4 opdr 1 t/m 10, Leren onderzoeken opdr 1, 2 en 3  en B8 (alleen vwo) 1 t/m 4 
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 12 - Slide

Afsluiting.
Volgende les : onderzoeksregels

Hoe ver ben je gekomen? 
Samenvatten van deze les. 
Feedback geven en vragen. 
Ga je thuis nog wat doen om de doelen te bereiken? Zo ja, wat?

Slide 13 - Slide

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Slide 14 - Slide

spinners per klas 
       hv1a                       hv1b                           hv2a                         hv2b

Slide 15 - Slide